Fusie gereformeerden en evangelischen onmogelijk
Een combinatie van gereformeerd en evangelisch is er een van ijzer en leem. Zij kunnen niet samen gaan, omdat ze nooit samen zijn geweest, stelt dr. C. A. van der Sluijs.
Gereformeerd of verkeerd. Zo zet ik u gelijk op het verkeerde been om op het goede been terecht te komen. Er is namelijk zo veel verkeerd bij ”gereformeerd”. Althans wat zich voor gereformeerd uitgeeft.
Gereformeerd is voor mij de directe doorvertaling in eigentijdse taal van de Reformatie van Luther en Calvijn en anderen in de 16e eeuw. Naar mijn overtuiging zijn toen de kernpunten van het belijden van de kerk der eeuwen gereactiveerd. Voor Van Ruler had God toen even een nieuw ambt geschapen, namelijk het ambt van reformator. De kerk was toen in ”statu confessionis”.
In het voortgaande belijden van de kerk kunnen we daar niet en nooit meer omheen. Wie dit wel doet, valt buiten het belijden van de kerk der eeuwen en wordt niet zalig.
Evenals nu waren er toen die vonden dat deze Reformatie niet ver genoeg ging. Dit heette het doperdom (wat zich uitkristalliseerde in de wederdoop en de volwassendoop). Voor mij draagt alles wat zich buiten genoemde Reformatie beweegt, dezelfde naam. Al vertoont het zich momenteel in diverse eigentijdse schakeringen.
Drie sola’s
De Reformatie cirkelde om de drie sola’s: sola gratia (alleen uit genade), sola fide (alleen door het geloof) en sola Scriptura (alleen de Schrift). Van daaruit ontvangt de huidige gereformeerde een geprofileerde, gelimiteerde en gelegitimeerde ervaring van God. Precies wat onze tijd nodig heeft met zijn klacht over de afwezigheid van God. Daarom voorziet genoemd gereformeerde belijden in een basale behoefte van deze tijd.
Maar dan moet het wel geprofileerd zijn, wil het brengen tot een geprofileerde ervaring van God. Dit is het in de rechtvaardiging van de goddeloze, en niet van de vrome. Het gaat hier om millimeterwerk (van God), want iets van ons erbij en we vergissen ons voor eeuwig. Daarmee correspondeert de rechtvaardiging uit genade alleen.
Daarmee gaat samen een geprofileerde verwondering: „Door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen”! Geen roemen in de mens. De ervaring van de genadige God stemt tot verwondering en aanbidding. Dit lijdt geen twijfel, omdat dit van begin tot eind Gods werk is. Sola gratia!
Deze ervaring van God is ook gelimiteerd. Ze krijgt gestalte in het sola fide. Alleen door het geloof, met uitsluiting van de/onze werken. Alle activisme was en is hier contrabande. Het is dan ook een godservaring die door de ergernis van het Evangelie en de dwaasheid van het kruis heen gaat. Het gaat hier opnieuw om millimeterwerk van God. Er kan niets van ons bij. Wie zich daarover ergert, ergert zich letterlijk dood.
Ondertussen weerspiegelen zich in deze gelimiteerde ervaring van God de ”magnalia Dei” of de grote werken van God, zoals beleden in de heilsfeiten. We zijn er zelf bij als het door de Rode Zee gaat: „Gij hebt, o Heer’, in ’t dodelijkst tijdsgewricht mijn ziel gered.” God doet dan ook wat in ons: Zijn werk! „En al wat Hij wrocht, zal juichen tot Zijn eer.” Deze ervaring van God lijdt geen twijfel, want ze is (!) Gods werk. Sola fide!
Parasiet
Deze ervaring van God is ook gelegitimeerd. Ze krijgt vorm en inhoud, sola Scriptura. Alleen door het Woord en zó ook door de Geest. Op grond van het Woord en in het getuigenis van de Geest ben ik een nieuwe schepping in Christus Jezus. Niet eigenstandig, nochtans volstandig door het werk van Woord en Geest in mijn leven. Niet naar mijn gedachten (denken) maar naar Gods gedachten, die kwalitatief hoger zijn dan onze gedachten.
Zij vervullen ons met verwondering. „O, Heere, hoe groot zijn Uw werken.” Als in den beginne. De Geest verzegelt dit met Zichzelf. En ik ontvang van binnenuit het getuigenis van de vrede met God die alle verstand te boven gaat. Dit vredesleven met God is vol van de aanbidding. Eigenlijk ben ik zó een wandelend wonder van God, geprofileerd, gelimiteerd en gelegitimeerd.
De evangelische beweging is daarom een parasiet op een verstoord gereformeerd belijden. Zij leeft van dat wat in een verrationaliseerd gereformeerd belijden op sterven na dood is. Als een onecht kind van de Reformatie, voortgekomen uit een onzalige relatie met „die Hure Vernunft” (de hoer Verstand) (Luther).
Een combinatie van gereformeerd en evangelisch is er een van ijzer en leem. Ze kunnen niet samengaan, omdat ze nooit samen zijn geweest. Als het gereformeerde belijden zo geprofileerd, gelimiteerd en gelegitimeerd is, wordt het door de evangelische beweging geparasiteerd. Ik heb gezegd.
De auteur is hervormd emeritus predikant.