Winst en verlies
Ook al vinden er buiten verkiezingstijd regelmatig peilingen plaats naar de politieke voorkeur, nu de kamerverkiezingen in aantocht zijn kunnen we zeker rekenen op een stroom van uitslagen. Uitslagen die van week tot week wisselen en waarbij ook min of meer gelijktijdig gehouden opiniepeilingen van de verschillende bureaus soms opmerkelijke verschillen laten zien.
Een halve eeuw geleden kende men dat verschijnsel niet. Partijen moesten hun verwachtingen baseren op de stemming in het land zoals ze die meenden waar te nemen. De werkelijke uitslag op de avond van de verkiezingen kon dan wel eens voor flinke verrassingen zorgen.
Die verrassingen zijn ook nu niet uitgesloten. Kiezers kunnen op het laatste moment van partijvoorkeur veranderen of besluiten toch maar thuis te blijven. Ook het feit dat een op de drie kiezers nu nog niet weet op wie hij gaat stemmen, maakt de uitslag van de huidige peilingen zeer betrekkelijk.
Bovendien wordt de bereidheid van mensen om mee te doen aan dergelijke opiniepeilingen steeds minder. Allerlei commerciële onderzoeken waarmee mensen tegenwoordig lastiggevallen worden, hebben daar ook toe bijgedragen. Dat maakt het voor onderzoeksbureaus niet eenvoudiger om met een betrouwbaar resultaat voor de dag te komen.
Opvallend in de tot dusver gepubliceerde opiniepeilingen zijn in ieder geval twee dingen: het verlies voor de paarse partijen en de winst voor Pim Fortuyn. In de jongste peiling van bureau Interview-NSS stond de PvdA op min 6 zetels, D66 idem en de VVD op 5 zetels verlies. Op die manier blijft er maar een krappe meerderheid over voor een derde paars kabinet, zo men daar al voor zou voelen.
Dat verlies van paars is opvallend. Waarom die grote ontevredenheid over het paarse beleid? Is daar reden toe? Vanuit christelijk standpunt wel. Maar de voorzichtige kritiek van het CDA en de veel fellere kritiek van de kleine christelijke partijen op paars wordt door de kiezer niet beloond. Het CDA blijft op peil, evenals de SGP. De ChristenUnie wint een zetel. Dat is alles. Het kon erger, maar we moeten helaas wel constateren dat de kiezers tot dusver niet te hoop lopen tegen de antichristelijke tendensen in het paarse beleid.
De linkse oppositie wordt evenmin versterkt. GroenLinks, dat een zwabberbeleid voerde inzake Afghanistan, verliest een zetel en de SP wint er een. Dat zet ook geen zoden aan de dijk.
De grote winnaar tot dusver is de antipartij Leefbaar Nederland, al kan er in de vier maanden tot de verkiezingen nog heel wat gebeuren. Hoewel de welvaart onder Kok behoorlijk gestegen is, bestaat er kennelijk bij een fors deel van de kiezers veel onvrede over het huidige politieke bestel. Hoe is dat te verklaren?
Allereerst is het zo dat de welvaart haar eigen problemen met zich meebrengt. Meer welvaart geeft meer auto’s en daarmee meer files. Bovendien is er de laatste jaren te veel bezuinigd op onderwijs en zorg. Meer welvaart maakt de mensen niet deugdzamer. Vandaar de klachten over onveiligheid en criminaliteit. En dan is er nog het allochtonenprobleem, dat zich door de opkomst van het moslimfundamentalisme scherper manifesteert. Dat levert evenzovele kritiekpunten op in de richting van de paarse partijen.
De paarse coalitie betekende ook dat partijen als VVD en PvdA, die vroeger elkaars tegenpool waren, nu elkaars bondgenoot zijn geworden. Daardoor is er voor een belangrijk deel van de kiezers, voor wie het CDA en GroenLinks geen alternatief vormen, geen oppositiepartij meer overgebleven. In die behoefte wordt nu door Fortuyn voorzien.