Inzet casemanager zinvol bij dementie
De inzet van een casemanager loont. Mantelzorgers die ondersteuning van zo’n zorgverlener krijgen, blijken meer te weten over dementie en beter op de hoogte te zijn van de zorgmogelijkheden. Verder kunnen ze beter omgaan met het probleemgedrag van de naaste die met deze hersenziekte kampt. Dat bleek afgelopen week uit de resultaten van een onderzoek dat het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel) en het Trimbos-instituut uitvoerden.
„Als mensen geconfronteerd worden met dementie komt er heel veel op de persoon met deze ziekte en de mantelzorgers af”, aldus prof. dr. Anneke Francke, programmaleider bij Nivel. „Angst, boosheid, verwarring, maar ook vragen zoals: Waar kan ik hulp krijgen als het me straks te veel wordt?”
Het casemanagement bij dementie is bedoeld om mantelzorgers en hun naaste te ondersteunen en het mogelijk te maken dat de persoon met deze hersenziekte zo lang mogelijk in de eigen omgeving blijft wonen. Een casemanager beschikt over specialistische kennis en fungeert als centraal aanspreekpunt in de zorg.
De zorgverlener biedt ook een luisterend oor. „Ik ben er voor de cliënt, zijn partner, kinderen, familieleden en vrienden. Indien mogelijk neem ik heel de kring die dicht bij de persoon met dementie staat mee in het ziekteproces”, zei Wilma Pors, casemanager bij het Florence Expertisecentrum Den Haag, eerder in deze krant. „Kinderen voelen dingen bijvoorbeeld anders aan dan een partner en komen soms met verrassende oplossingen.” Volgens Pors moet een casemanager ook ruimte voor gesprek over emoties bieden. „Psychosociale zorg is niet met een schaartje te knippen en zit door alle gesprekken verweven.”
De onderzoeksresultaten van het Nivel en het Trimbos-instituut laten zien dat mantelzorgers de inzet van casemanagers waarderen. De zorgverleners krijgen gemiddeld het rapportcijfer 8. Bijna alle ondervraagden noemen het contact warm en betrokken en zeggen dat de casemanager voldoende begrip voor hun gevoelens toont. Mantelzorgers blijken beter geïnformeerd over zorg- en ondersteuningsmogelijkheden en over dementie. Ook zijn ze minder eenzaam dan mantelzorgers die niet kunnen terugvallen op een casemanager. Na een jaar casemanagement gaan ze beter om met het probleemgedrag van hun naaste en staan ze er minder alleen voor. Overigens gaven ze wel aan dat er aan de zorglast en de kwaliteit van leven weinig is veranderd.
Aan het onderzoek, dat plaatsvond in dertien regionale netwerken voor ketenzorg bij dementie, namen zo’n 500 mantelzorgers deel. Er waren twee meetmomenten: rond het eerste contact met de casemanager en een jaar daarna.
De onderzoekers brachten ook het zorggebruik in kaart. Er verandert het nodige na het eerste contact met een casemanager. Mensen met dementie en hun mantelzorgers bezochten daarna minder vaak de huisartsenpost, terwijl de deelname aan dagactiviteiten verdubbelde.