In 1992 waren de toen aanwezige wereldleiders nog vol vertrouwen en kwamen ze overeen dat de mensheid anders moest omgaan met de aarde en haar bronnen. Er werden afspraken gemaakt: de uitstoot van broeikasgassen moest op zijn minst stabiliseren, overbevissing moest drastisch worden teruggedrongen en de verwoestijning moest een halt worden toegeroepen. Het was voor het eerst dat klimaatverandering op de wereldwijde agenda stond.

Rio+20 richt zich echter niet op klimaatverandering alleen, maar op het brede begrip duurzaamheid. Milieu- en natuurorganisaties als het Wereld Natuur Fonds zijn aanwezig om te spreken over natuurlijke hulpbronnen, die volgens hen nodig zijn om de economie draaiende te houden. Ook Friends of the Earth, in Nederland vertegenwoordigd door Milieudefensie, is erbij. Verder proberen ontwikkelingsorganisaties als Solidaridad aandacht te vragen voor duurzaam gebruik van landbouwgrond, ontbossing en klimaatverandering.

Bedrijven willen op de top praten over hoe ze duurzaamheid lucratief kunnen maken. En de wereldleiders? Die laten het wat betreft de westerse leiders dit jaar massaal afweten. De Europese leiders, onder wie de Britse premier en de Duitse bondskanselier hebben hun handen vol aan de economische crisis. Ook de Amerikaanse president Barack Obama gaat niet zelf naar de top. Nederland stuurt twee staatssecretarissen.

Vooral opkomende landen bepalen volgens experts de koers op deze top, want waarschijnlijk zijn de leiders van China, natuurlijk gastland Brazilië, en India, wel aanwezig. Volgens lokale media gaat de Indiase overheid er op Rio+20 alles aan doen om zich niet vast te laten pinnen op afspraken. India staat in de top 10 wat betreft de uitstoot van broeikasgassen. Ook Rusland is erbij.

De top zal volgens experts dan ook niet meer voortbrengen dan een beeld over de toekomst die we met zijn allen voorstaan, maar harde afspraken over duurzaamheid worden niet verwacht.