Nummer vier CU-lijst Segers: Wij kunnen problemen van CDA niet oplossen
DEN HAAG – „De ChristenUnie staat strategisch beter gepositioneerd dan bij de vorige verkiezingen”, vindt de nieuwe nummer vier op de CU-lijst, campagneleider en WI-directeur Gert-Jan Segers (1969).
Nee, uitgestippeld heeft hij zijn carrière niet. „Een politieke loopbaan kun je niet plannen, zeker niet wanneer je als christen belijdt dat jij niet je eigen leven stuurt. Ik ben destijds geroepen naar Egypte, waar ik namens de GZB zeven jaar heb gewerkt als toerustingswerker. Ik ben er ook weer uit weggeroepen. Wel heb ik me, toen ik in 2008 terugkwam in Nederland, heel bewust afgevraagd: wil ik opnieuw journalist (Segers werkte enige tijd bij de EO, red.), dus beschouwer zijn, of wil ik actief meedoen. Voor dat laatste heb ik gekozen.”
Met als gevolg dat de in Amersfoort woonachtige Segers, gehuwd, vader van drie kinderen, nu op een verkiesbare plaats voor de ChristenUnie staat.
Op welke thema’s gaat u zich als Kamerlid richten?
„Sowieso het islamdebat en integratie. Want daarmee zijn we als samenleving nog niet klaar. En Wilders trouwens ook niet, al heeft hij nu met Europa een nieuw speeltje gevonden. Het culturele debat heeft mijn belangstelling: waar willen we naartoe met de samenleving? Dan gaat het om godsdienstvrijheid, de zorg voor elkaar, maar ook om de toekomst van Europa in bredere zin. Daarmee is onze strategische positie interessanter dan in de vorige periode.”
De vorige campagne verliep volgens uw eigen commissie-Schipper niet al te best. Wat gaat u nu beter doen?
„We hebben in 2010 te veel gemikt op het krediet dat we hadden opgebouwd als bruggenbouwer tussen CDA en PvdA. Maar mensen stemmen niet op bruggenbouwers. De kritiek was destijds ook dat mensen te weinig ons hart hadden gezien. Ook zaten we vast in de onvruchtbare discussie over of we nu links zijn of rechts. Daar zijn we nu van af: we zijn christelijk-sociaal en dat stijgt daar bovenuit.”
Maar concreet?
„Heel praktisch stellen we nu de rol van het gebed centraal. Niet dat we vorige keer niet hebben gebeden, maar dit moet echt een campagne worden onder een open hemel.”
Op de nieuwe lijst staan vier rooms-katholieken en een lid van de Gereformeerde Gemeenten. De CU richt zich dus op kiezers van CDA en SGP?
„Die kieslijst is geen tactiek. We willen een unie zijn voor alle christenen. Het laat wel zien dat we een partij zijn met een zekere breedte: van Gereformeerde Gemeenten, via vrijgemaakt en PKN tot rooms-katholiek en evangelisch.”
In 2010 ging de CU terug van zes naar vijf zetels. Wat is op 12 september haalbaar?
„Ik acht zes zetels mogelijk.”
Is dat niet mager? Het CDA ging in korte tijd terug van 41 naar nu 14 zetels in de peilingen? Waarom komen die kiezers niet naar u?
„Wat je ziet is dat mensen die heel dicht bij ons staan het CDA trouw blijven, terwijl kiezers voor wie Bijbels genormeerde politiek minder belangrijk is, het CDA juist verlaten.”
Zijn drie christelijke partijen niet te veel?
„Als andere partijen zich bij ons willen aansluiten, zijn ze uiteraard welkom. Maar we moeten een verdere integratie niet krampachtig nastreven. We delen veel, dus wat mij betreft werken we ook nauw samen, maar samengaan is niet in alle opzichten een verrijking. Ik denk dat je dan ook veel eigenheid verliest.”
Maakt een gemarginaliseerd CDA de situatie niet anders?
„Wij kunnen de problemen van het CDA niet oplossen door onszelf op te heffen, of door onze standpunten in een verwaterde vorm door te geven. Laten we wel zijn: wij willen een partij zijn voor mensen die Christus navolgen. Bij het CDA zitten ook moslims en hindoes die niets met het christendom hebben. Ik vraag me ook af of een fusie nodig is om invloed te kunnen uitoefenen. Er zijn geen grote partijen meer. Iedere partij, tot de SGP toe, kan cruciaal zijn.”
Hoe kijkt u terug op de gedoogcoalitie?
„Het is me niet meegevallen. Op het moment suprême, de tekorten vlogen ons om de oren, liep de PVV weg. Dat vind ik echt verschrikkelijk. Wat mij zorgen baart is dat die partij ook niet wordt afgestraft in de peilingen.
Jammer vond ik ook dat er zo veel mist was rondom de positie van de SGP. Er stond niets op papier en dan gaat dus alles terug naar achterbanken van auto’s. Opvallend is wel dat de SGP op medisch-ethisch terrein in de afgelopen periode keuzes heeft gemaakt die verrassend lijken op wat wij eerder hebben gedaan. Dus je niet langer blindstaren op het terugdraaien van de wet, maar je vooral ook richten op het verbeteren van de praktijk, zoals rond tienermoeders en palliatieve zorg. Waar wij destijds bekritiseerd werden omdat we water bij de wijn zouden doen, volgde de SGP nu diezelfde koers en nam soms zelfs met minder genoegen. Uiteindelijk betekent dit wél dat SGP en ChristenUnie feitelijk dichter bij elkaar zijn komen te staan. Ik hoop dat we elkaar ook in de komende tijd zullen blijven vinden.”