Boegbeeld van de Bond neemt afscheid
Vijfendertig jaar lang gaf hij al zijn krachten aan de Gereformeerde Bond. En daarin aan de Hervormde Kerk als geheel. Zaterdag nam hij afscheid. Dr. ir. Jan van der Graaf gaat met pensioen. De Bond raakt zijn boegbeeld kwijt. Een bijzonder moment in de geschiedenis van de hervormd-gereformeerde beweging is aangebroken.
Vele honderden mensen kwamen naar Putten om Van der Graaf de hand te drukken. Het gezelschap weerspiegelde waar de werkvelden en de interesses van Van der Graaf liggen. Kerk en politiek. Israël en Oost-Europa. Media en uitgevers.
Vertegenwoordigers uit al deze verbanden waren aanwezig. Een willekeurige greep: de gereformeerde synodepreses ds. J. W. Doff, Tweede-Kamerlid B. J. van der Vlies, europarlementariër B. Belder, Pee Koelewijn van Christenen voor Israël, ds. Olivér Czövek, de voormalige algemeen secretaris van de Hongaarse Gereformeerde Kerk, EO-directeur Andries Knevel en theologisch antiquaar en veilinghouder Ton Bolland. En daarnaast vele tientallen hervormd-gereformeerde predikanten, bestuursleden van evangelisaties, van plaatselijk afdelingen van de GB en van zusterorganisaties.
In 1966 kwam Van der Graaf in het hoofdbestuur van de Bond. Sinds 1969 was hij eindredacteur van ”de Waarheidsvriend”. In 1972 kwam hij parttime in dienst van de GB. Van 1974 tot september vorig jaar was hij algemeen secretaris. En sindsdien was hij -om af te bouwen- studiesecretaris.
De liefde voor de kerk, waarin de Heere hem een plaats heeft gegeven, is de rode draad die volgens ds. A. W. van der Plas het hele werk van Van der Graaf kenmerkt. Hij voerde als preses van de hervormde synode het woord namens het moderamen. „Al is er veel wat je zorgen baart in het kerkelijk leven, toch blijf je die oude moeder liefhebben. Ze betekent immers zo veel voor je dat je haar niet kunt loslaten”, zei hij tegen de jarige.
De preses bracht in herinnering hoe Van der Graaf gebruikmaakte van de media en regelmatig verklaringen aflegde die er niet om logen. „Je hebt in de loop van de jaren van het hart geen moordkuil gemaakt. Soms was dat lastig. Zeker als het om zaken ging die in het geheel van de kerk gevoelig liggen.”
Hij typeerde Van der Graaf als iemand die zich met hart en liefde heeft ingezet voor het gereformeerd belijden. „Sommigen vonden je maar lastig. Iemand die altijd weer op de barricaden stond. Anderen in eigen kring en daarbuiten vonden dat je niet ver genoeg ging. Ze vroegen om daden en ze doen dat nog steeds. Maar wie in je woorden een argument voor afscheiding zoekt, heeft ten diepste je intenties niet begrepen.”
Ds. J. Maasland uit Barneveld ging in een causerie in op de vraag wat er van de Gereformeerde Bond zou zijn geworden zonder Jan van der Graaf. Een vraag die volgens het oud-bestuurslid van de GB niet is te beantwoorden. „Maar ik weet wel wat de GB is geworden door Jan: een krachtige beweging, die op grond van de Schrift en de belijdenis der kerk blijft opkomen voor het recht en de eer van God, voor de gehoorzaamheid aan het Woord Gods.”
De predikant, die bijna 25 jaar met de scheidende secretaris samenwerkte, bracht de woorden van oud-voorzitter ds. W. L. Tukker in herinnering. „De ingenieur uit Huizen is een geschenk uit de hemel.” Een ontdekker had hij -evenmin als het voetbalfenomeen Johan Cruijff- niet nodig.
Ds. Maasland omschreef „den ir. uit Huizen” als „een journalistiek fenomeen, een natuurtalent in het omgaan met de media, in het gebruikmaken ervan om de positie en de standpunten van de GB op de juist tijd en op de juiste toonhoogte den volke kond te doen.”
„Jan zette de Gereformeerde Bond scherper dan ooit tevoren op de kaart van kerkelijk Nederland. Hij gaf de jaren door de Bond zijn scherpe profiel wat betreft beginselen en kerkelijke positie.”
Verder heeft de voormalige algemeen secretaris „jarenlang de kunst verstaan om de Bond met zijn meer bevindelijke en zijn meer verbondsmatige stroming bijeen te houden en vertrouwen te ontvangen vanuit de breedte van de hervormd-gereformeerde beweging. Het hoort tot het verdriet van de laatste decennia dat er scheuren onder ons zichtbaar werden.”
De werkkracht van Jan is fenomenaal, zei ds. Maasland. „Cruijff zou zeggen: Elk voordeel heb z’n nadeel en elk nadeel heb z’n voordeel.” Het was, aldus de Barneveldse predikant, een nadeel dat Jan te hard allerlei kanten uit liep. „We hielden ons hart vast. Hoe lang houdt hij dit vol? Een nadeel om zo’n krachtig renpaard in de teugels te houden. Het lukte ternauwernood. Meestal niet.” Dat nadeel had, aldus het oud-bestuurslid, tegelijk ook een voordeel. „Hij was overal.” Ook sleepte hij de Bond mee om midden in de concrete werkelijkheid van de kerk bij haar te zijn. „Om deernis te hebben met haar gruis.”
„In de geschiedenisboeken van de Hervormde Kerk zal Van der Graaf genoemd worden als de man die de Bond bij de hand nam in de laatste decennia van de twintigste eeuw”, aldus ds. Maasland.
Uit handen van de voorzitter van de GB, ds. G. D. Kamphuis, ontving Van der Graaf een liber amicorum. Het draagt de typerende titel ”Dromer van een kerk”. „Veel vreugde, maar ook zweet en tranen heeft zijn bondswerk hem gekost”, lichtte ds. Kamphuis toe. „Maar ondertussen droomde hij van een kerk: trouw aan en levend uit haar belijdenis.”
Van der Graaf, aangesproken door de trouw van God aan Zijn verbond, bleef dwars door de crises heen hoop en moed houden voor de kerk. „Tegelijk was hij zo existentieel bij zijn werk betrokken dat het hem crises heeft gekost vanwege de weg die de kerk ging en gaat.”
In zijn dankwoord zei Van der Graaf dat er in 65 jaar heel wat is vertreden en bezoedeld. „Nochtans mogen wij de Heere dienen. Ik zeg dat vandaag Jozua van harte na. Niet parmantig, maar in diepe deemoed. Ik besef dat ik niet kan buiten het reinigend bloed van Jezus Christus.”
„God schrijft geschiedenis in een gebroken kerk. Dat vraagt om verbondsvernieuwing. Christus is de Middelaar van het verbond. Daarom is er altijd hoop”, aldus de scheidende secretaris. „Ik bid God om vernieuwing van het verbond in onze kring. Om heelheid van de kerk en om de terugkeer van ons volk tot Gods heilzame geboden. Lof zij U, Christus, in eeuwigheid.”