Opschorten adoptieverdrag Uganda goed signaal
Nederland schort het adoptieverdrag met Uganda op, zo werd maandag bekend. Dit krachtige signaal is dringend nodig, weet Nico van den Berge uit eigen ervaring.
Een maand of acht geleden besloten mijn vrouw en ik om kinderen uit Uganda te adopteren, het land waar we zelf ook wonen. We meldden ons aan bij een als goed bekendstaand weeshuis. Dit weeshuis had merkbaar ervaring in de omgang met westerse adoptieouders. De directrice dreunde uit haar hoofd de adoptieprocedure op. Ze verzekerde ons dat het weeshuis alle mogelijke moeite deed om de biologische ouders van de kinderen te vinden, of andere familieleden. Dat is namelijk een voorwaarde bij de adoptieprocedure.
De eerste vraagtekens rezen toen de sociaal werker van het weeshuis op bezoek kwam om te kijken hoe we woonden en om te onderzoeken of wij goede ouders zijn. Het bleek al snel dat ze geen idee had waarmee ze bezig was. Ze stelde enkele simpele vragen: of we lief zouden zijn voor een kind en hoe onze familie in het verre Nederland erover dacht dat we een kind wilden adopteren. Vervolgens schreef ze een rapport met als belangrijkste constatering dat we een doortrek-wc hadden (in veel Ugandese huizen moet je met emmers water werken).
Toen we enkele maanden later bericht kregen van het weeshuis dat er twee adoptiekinderen voor ons beschikbaar waren, gingen we er met een kritische houding naar toe. We hadden inmiddels verhalen gehoord van ouders die tot hun schrik geconfronteerd werden met rijtje kinderen waaruit ze ter plekke een keuze moesten maken. Het bleek dat het weeshuis volstrekt onvoldoende moeite had gedaan om de kinderen te herenigen met de biologische ouders. Een van de twee kinderen stond zelfs op de foto met zijn moeder, een jonge vrouw van een jaar of achttien. Haar vader heeft het kind afgewezen. Zij vluchtte toen naar de vader van het kind. Toen die haar ook de deur wees, kwam haar kind in het weeshuis terecht. Toen de moeder enkele weken later een ander telefoonnummer nam, kon het weeshuis haar niet meer bellen. Daaruit leidde het weeshuis af dat de moeder onvindbaar was en dat haar kind geadopteerd kon worden.
Hereniging
Er was dus heel weinig moeite gedaan om de moeder en haar ouders te helpen om het kind toch te accepteren. Ook was niet geprobeerd of er een opa of oma was die voor het kind kon zorgen (in Uganda een gebruikelijke optie). De moeder had haar kind bovendien niet uitdrukkelijk ter adoptie afgestaan.
Dat was voor ons het moment om met dit weeshuis te stoppen. We vonden een ander weeshuis dat als hoofddoel heeft moeder en kind te herenigen. Moeders krijgen ondersteuning bij het vinden van werk. Sommige moeders lopen zelfs een tijdje ‘stage’ bij het weeshuis om te leren hoe ze met hun kind moeten omgaan. De afgelopen twee jaar zijn zo ruim 170 kinderen herenigd met hun moeder of grootouders. Van slechts 25 kinderen was geen spoor van hun ouders te vinden. Die zijn ter adoptie aangeboden. Een van hen is onze zoon, Amos Ammi. Na een spannend en professioneel onderzoekstraject om te kijken of wij geschikt zijn als ouders, kregen we toestemming om voor Amos Ammi te zorgen.
Zo kan het dus ook in Uganda. Helaas gaat het bij veel weeshuizen mis. Weeshuizen verdienen aan adoptie, maar niet aan gezinshereniging. Gezinshereniging kost veel moeite en de enige opbrengst is dat moeder en kind weer herenigd zijn. Iedereen begrijpt dat je kinderen niet zomaar kunt verkopen. Wat weeshuizen wel doen, is adoptieouders vragen om steun voor het weeshuis. Er zijn ook weeshuizen die afspraken hebben met Ugandese advocaten. Vanzelfsprekend pikt de directie van een weeshuis ook een graantje mee van de hoge tarieven die ze rekent voor westerse adoptieouders. Zo zijn er meer indirecte manieren om geld te verdienen aan internationale adoptie.
Goede timing
Nogmaals, niet alle weeshuizen in Uganda zijn onprofessioneel of maken misbruik van de situatie. Maar er is veel kaf onder het koren. Iedereen weet dat, ook de regering. De timing van Nederland om nu het verdrag op te schorten, is ook goed. Op dit moment behandelt het Ugandese parlement een nieuwe wet die onder andere adoptie regelt. De nieuwe wet klinkt veelbelovend, maar het komt uiteindelijk aan op de uitvoering van die wet. Daarbij is extra druk vanuit het voor Uganda belangrijke donorland Nederland zeer welkom.
Overigens, omdat wij hier wonen, vallen we niet onder de Nederlandse, maar onder de Ugandese adoptieprocedure. Dat betekent dat we eerst drie jaar lang het kind in pleegzorg hebben, waarbij de overheid regelmatig komt kijken of het goed gaat. Pas na die drie jaar kan de adoptie aangevraagd worden. Eigenlijk is de Ugandese procedure op papier heel goed. Jammer dat er op zo veel fronten bewust mazen in het net opgezocht worden.
De auteur is correspondent voor deze krant en woont in de Ugandese hoofdstad Kampala.