Weer discussie spreekrecht ouders zedenzaak
AMSTERDAM (ANP) – Het spreekrecht van ouders van misbruikslachtoffers was donderdag opnieuw onderwerp van discussie op de rechtbank in Amsterdam. Dat gebeurde tijdens de rechtszaak tegen Flóvin O., een contact van de hoofddader in de Amsterdamse zedenzaak Robert M., en zijn medeverdachte Matthijs van der M.
Advocaat Richard Korver staat de ouders van vier kinderen die in de huidige zaak zijn betrokken bij. Hij betoogde dat zijn cliënten in de rechtszaal moeten kunnen vertellen over de gevolgen van de zaak. De advocaten van de verdachten waren het daar niet mee eens. Normaal gesproken mogen alleen slachtoffers zelf het woord voeren, maar dat is in deze zaak niet mogelijk omdat het om kleine kinderen gaat.
Ook in de rechtszaak tegen Robert M. leidde het spreekrecht voor ouders tot veel discussie. De rechtbank kende dat recht toen toe. Zij liep daarmee vooruit op een wetsvoorstel van staatssecretaris Fred Teeven van Justitie vanwege de omvang en ernst van de zedenzaak. In de rechtszaak tegen O. en Van der M. neemt de rechtbank volgende week donderdag een besluit over deze kwestie.
De rechtbank oordeelde donderdag wel al dat Korver onderdelen van het strafdossier mag inzien. Dat is nodig voor het indienen van een schadeclaim tegen de verdachten. De advocaten van de verdachten waren ook hier tegen, maar kregen nul op het rekest van de rechtbank.
Flóvin O. staat terecht voor het misbruiken van een meisje van nog geen jaar oud samen met Robert M. Ook wordt hij verdacht van het bezit van kinderporno. De belangrijkste beschuldiging aan het adres van Matthijs van der M. luidt het bezit van kinderporno.