Commentaar: Geld speelt geen rol
Onderhandelen over het salaris is voor een sollicitant altijd spannend. Wil de nieuwe werkgever iemand echt binnenhalen, dan zal hij bereid zijn in de buidel te tasten. Maar andersom: sollicitanten weten dat ze al heel blij mogen zijn om tot de laatste ronde door te dringen en als er veel kandidaten zijn, is het gevaarlijk om hoge eisen te stellen.
Werkgevers zullen minder moeite hebben met christelijke sollicitanten, zo lijkt het uit een studentenonderzoek over loopbaanbegeleiding dat donderdag gepresenteerd wordt. Die vinden hun salaris veel minder belangrijk dan de inhoud van de baan, het benutten van de talenten die ze hebben gekregen. Wat vooral zwaar weegt, is dat ze geen werk hoeven te doen dat tegen hun levensovertuiging ingaat.
Dat is een mooie conclusie die goed past bij de Bijbelse opvattingen over de goddelijke roeping van een christen. Daar moet elke christen zijn baan aan toetsen, want die roeping geldt ieder, of je nu aan de draaibank staat of dominee bent. Het salaris is daaraan ondergeschikt, stelt het gros van de ondervraagden. Terzijde: het onderzoek had aan kracht gewonnen als even nagevraagd was bij de bijbehorende werkgevers of leer en leven hierin overeenkomen
Het onderzoek is slechts verkennend van karakter, zegt de studente die het heeft uitgevoerd. Terecht, want er zijn wel wat kritische vragen bij te stellen bij de opzet ervan. Maar met dat in het achterhoofd, is het juist erg interessant als aanzet voor een vervolgonderzoek. Er is nog relatief weinig studie verricht naar de rol die de levensovertuiging speelt bij de keuze voor een nieuwe baan.
Het zou om meerdere redenen nuttig zijn als daar helder zicht op komt. Een van de uitkomsten is dat maar een klein deel –een op de twintig– van de ondervraagden veel belang hecht aan werk bij een christelijke organisatie. Dat is opvallend, omdat de ondervraagden zelf relatief vaak hebben gekozen voor zo’n werkkring: 40 procent heeft een baan bij een christelijke werkgever.
Dat laatste vloeit echter niet per se voort uit die goddelijke roeping. Het is begrijpelijk dat christenen liever in een relatief veilige omgeving werken, waar ze niet uitgelachen worden als ze bidden voor hun eten of niet mee kunnen praten over de voetbaluitslagen. Maar als die goddelijke roeping betekent dat we ons werk uitvoeren tot eer van God en tot heil van onze naaste, dan hoeft dat zeker niet alleen bij een christelijke werkgever te zijn.
Integendeel, er valt veel voor te zeggen om christelijke jongeren te stimuleren werk te zoeken in een seculiere omgeving. Daar kunnen ze met hun gedrag –en desnoods met hun woorden– anderen laten zien wat het betekent om christen te zijn in je werk. In een tijd waarin christenen meewarig worden aangekeken omdat ze hun huis niet oranje schilderen of met een hoedje op naar de kerk gaan, kan een christelijke werknemer juist dat beeld bijstellen. Hij werkt niet voor het geld of om de status, hij scheldt niet op zijn werkgever maar heeft er respect voor, zijn verantwoordelijkheid houdt niet op om vijf uur. Een christen kan geen incognitowerknemer zijn.