Vier strategieën van de kerk tegen secularisatie
TARTU – Op welke manieren reageerden christelijke kerken in de negentiende en twintigste eeuw op de secularisatie? Prof. dr. Hugh McLeod, historicus uit Birmingham, onderscheidde in zijn lezing afgelopen dinsdag op de CIHEC-conferentie in Tartu in Estland vier methoden.
De jaarlijkse conferentie van de internationale kerkhistorische commissie Cihec (Commission Internationale d’Histoire et d’Etudes du Christianisme), had als onderwerp ”Religie en verzet van de middeleeuwen tot heden”.
Prof. McLeod (foto) noemde als eerste methode van de christelijke kerken als reactie op de secularisatie een nauwe samenwerking met de regering om de samenleving van boven terug te brengen tot het christendom, bijvoorbeeld door kerken en scholen financieel te ondersteunen. Dit gebeurde in Europese landen na de revoluties van 1848 en 1849 en na de Tweede Wereldoorlog. Het nadeel van deze strategie is dat de banden tussen kerk en staat te nauw worden. Voor sommigen gaat de kerk daarmee een stap te ver.
De tweede methode is het creëren van een subcultuur binnen de kerk om seculiere invloeden te weren. Een voorbeeld hiervan is de verzuiling. Op de lange termijn is deze strategie niet effectief gebleken: in de jaren vijftig en zestig werden de verschillende zuilen definitief afgebroken.
Een derde strategie is de gedeeltelijke aanpassing van de theologie aan de moderne cultuur. Voorbeelden hiervan zijn christelijk-socialistische en liberaal-katholieke bewegingen als ook christelijke studentenbewegingen in de jaren 1960. Een gevaar van deze methode is dat het christendom volledig kan opgaan in de tijdgeest.
De laatste strategie die McLeod noemde is het vernieuwen van de manier waarop het Evangelie wordt verkondigd, bijvoorbeeld door het inzetten van lekenvoorgangers en het houden van preken in de open lucht. Een voorbeeld hiervan is de beweging van de evangelicals, die in de jaren zeventig van de vorige eeuw in de Verenigde Staten ontstond. Het nadeel van deze methode is dat ze kwetsbaar is voor sociale veranderingen. Zodra aanhangers stijgen op de sociale ladder, stappen ze over naar een kerkelijke gemeente die representatief is voor hun sociale status, aldus de hoogleraar uit Birmingham.
Volgens hem passen de eerste twee strategieën goed in de sociale context van de negentiende eeuw, de laatste twee daarentegen meer in de open samenlevingen van de twintigste eeuw. In de laatste decennia is er een heel nieuwe situatie ontstaan, waarop kerken nog geen definitief antwoord hebben gevonden: het pluralisme.
Tijdens een volgende sessie over sociale bewegingen, nationalisme en kerken gaf de Berlijnse cultuurhistorica Eva Fuchslocher een lezing over de houding van de Georgische Orthodoxe Kerk ten aanzien van religieuze minderheden. Deze kerk heeft veel krediet onder de bevolking, is nauw verbonden met de identiteit van het land en heeft veel invloed op de politiek. Vorig jaar protesteerde de kerk toen er een wetsvoorstel was ingediend dat de vrijheid van religieuze minderheden, zoals joden en baptisten, beperkte.
De laatste dag van de conferentie begon met een panel over kerken en oppositie tegen totalitaire regimes. De politicoloog dr. Alar Kilp uit Tartu vergeleek het religieuze verzet tegen communistische regimes in Oost-Duitsland, Litouwen, Estland en Polen vlak voor de val van het IJzeren Gordijn met elkaar. In bijna al deze landen gingen de kerken het gesprek met het regime aan. In Litouwen was dit echter onmogelijk. Vanuit de kerk werd er ondergronds verzet tegen het regime geleverd.
Het is wellicht tekenend dat pas tijdens de laatste sessie het onderwerp ”theologie en verzet” werd behandeld. De Göttinger kerkhistoricus prof. dr. Thomas Kaufmannn gaf een lezing over politieke ideeën over verzet bij Luther. Diens gedachten over politiek waren zeer conservatief. Volgens Luther was Gods koninkrijk geestelijk van aard. Daarom pleitte de reformator ervoor om de wereldorde te bewaren en beschouwde hij revolutionaire hervormingspogingen als het omverwerpen van de door God gegeven orde. Luther was er stellig van overtuigd dat God spoedig zou terugkomen om de orde te herstellen.