Toppers
Ongeveer een maand geleden stelde de heer Wientjes, voorman van ondernemend Nederland, in een interview in NRC Handelsblad dat er in Nederland te weinig toppolitici te vinden zijn, met als ondertoon dat dit een oorzaak was van de problemen waarmee de samenleving en de politiek te kampen hebben. Een paar jaar eerder had de heer Scheepbouwer, voormalig topman van KPN, al een verklaring gegeven voor dit tekort aan toppolitici. Hij stelde in 2008 dat het salaris van destijds 176.000 euro van de minister-president, „idioot laag” was. Met zo’n geringe beloning kun je volgens Scheepbouwer, die ieder jaar met 1 à 2 miljoen euro naar huis ging, geen goede mensen binnenhalen. Daarmee zijn dus impliciet alle Nederlandse politici en openbare bestuurders gediskwalificeerd, en de meeste buitenlandse trouwens ook. Ik denk dat de opvatting van Scheepbouwer gedeeld wordt door een groot deel van de bovenbazen uit het grote bedrijfsleven.
In dezelfde tijd van het interview met Wientjes stond er in deze krant een opinieartikel waarin onder meer werd gesteld dat in Nederland mensen met ambities, „mensen die weten hoe te winnen”, te weinig ruimte krijgen. Volgens de auteur hangt dat samen met het gelijkheidsdenken, met een houding van ”doe maar normaal, dan doe je gek genoeg”. Met zo’n houding doet onze samenleving zich naar de mening van de auteur tekort, want (alleen) met winnaars komt ze vooruit.
Die opvatting kom je, meer of minder uitgesproken, vaker tegen. Ze speelt meestal ook een rol bij de verdediging van exorbitant hoge beloningen in delen van het bedrijfsleven. Winnaars moeten de ruimte krijgen en ze moeten dik beloond worden. Dat is goed voor de samenleving.
Ik heb mijn twijfels over die redenering. Er zijn heel wat voorbeelden waarbij problemen ontstonden doordat ambitieuze topmensen te veel ruimte kregen en te lang hun gang konden gaan. Naar mijn gevoel komen er meer ondernemingen en organisaties in problemen door te veel, dan door te weinig ambities.
Ik denk aan de zorgorganisatie Philadelphia, die een aantal jaren geleden in ernstige problemen kwam, onder meer door een te expansief investeringsprogramma. Ik denk ook aan de scholengroep Amarantis, aan ABN AMRO, aan Fortis en aan –om een actueel voorbeeld te noemen– Vestia.
Dit lijstje is met vele voorbeelden in binnen- en buitenland uit te breiden. Voor zover ik weet, was er in geen van deze gevallen sprake van een karige beloning van de verantwoordelijke personen. Integendeel, de toch al grote ambities worden vaak juist aangewakkerd door de beloningsstructuur. Om die ambities te realiseren worden er te veel risico’s genomen en vervolgens ontstaan er problemen.
Als het misloopt, draaien meestal gewone burgers, als werknemer, als belastingbetaler of anderszins, direct of indirect op voor de schade die is aangericht. Dat had zeker in een deel van de gevallen voorkomen kunnen worden als de toppers beter in het gareel waren gehouden, door toezichthouders of door de overheid. Ambitieuze topmensen moet je goed in de gaten houden, zeker als ze met veel geld te maken hebben, want dan kunnen ze meer kapotmaken dan je lief is.
De maatschappij is niet zozeer gebaat bij nog meer ruimte voor ambities, maar bij mensen die gewoon hun plicht doen, ook al worden hun activiteiten niet zo hoog gewaardeerd en bedraagt hun beloning slechts een fractie van die van de toppers. Er zou in onze samenleving meer waardering moeten zijn voor eigenschappen zoals trouw, plichtsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel, terwijl de waardering voor het grote geld, waardoor ”graaiers” op voorhand worden gekwalificeerd als ”goede mensen”, best wat kleiner zou mogen zijn.
Onze samenleving heeft niet zozeer behoefte aan ambitieuze toppers, maar aan mensen die naar eer en geweten hun taak vervullen en zich inzetten voor anderen. Dat kan in uitvoerend werk zijn, in een leidinggevende positie, in het gezin of in een of andere vorm van vrijwilligerswerk. De maatschappij moet het niet hebben van ambitieuze winnaars, maar van ”dieners”.
De auteur is landbouweconoom en voormalig lid van de Eerste Kamer. Reageren? nietbijbroodalleen@refdag.nl