Alle bebouwing van het kamp is in de jaren '60 en '70 afgebroken. Alleen de woning waarin de Duitse kampcommandant Albert Konrad Gemmeke met zijn gezin woonde, is behouden gebleven. De villa wordt nu als het ware geplaatst in een enorme vitrine, aldus directeur Dirk Mulder van het herinneringscentrum. Het pand verkeert nog bijna in oorspronkelijke staat, maar is wel vervallen. „De woning is eigenlijk ons grootste museumstuk.”

De glazen koepel wordt 12 meter hoog, 25 meter breed en 40 meter lang. Het project moet eind volgend jaar klaar zijn. Daarna wordt begonnen met de renovatie en de conservatie van de woning zelf. Die wordt niet toegankelijk voor het publiek. Volgens directeur Mulder stuit openstelling op te veel bezwaren.

„Jaarlijks wordt het voormalige kamp door enkele honderdduizenden mensen bezocht. Zij willen ook allemaal de villa van binnen zien. Die kunnen we dan niet in goede staat houden.” Bezoekers zullen wel om de woning kunnen lopen en door de ramen gluren. Onder de overkapping komt verder ruimte voor presentaties en voorstellingen met de villa als decor. De bouw van de koepel en de restauratie kosten zo’n 2 miljoen euro.

De villa, een rijksmonument, is overigens niet alleen bewoond geweest door de Duitse kampcommandant. Voor de oorlog was de woning het onderkomen van de leiding van een kamp voor mensen die het naziregime in Duitsland ontvluchtten. Na de oorlog werd het bewoond door particulieren, tot aan het overlijden van de laatste bewoonster in 2007.