Stijgende ADHD-medicatie jeugdzorg onder loep
DEN HAAG (ANP) – Kinderpsychiaters en -artsen onderzoeken of het wel terecht is dat steeds meer kinderen met druk gedrag medicijnen krijgen voor de hyperactiviteitstoornis ADHD. Dat zei staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten (Volksgezondheid) woensdag in de Tweede Kamer. Ze verwacht de evaluatie van de beroepsgroep in de zomer. De Tweede Kamer maakt zich grote zorgen over de toenemende medicalisering van kinderen in de jeugdzorg.
Vijf jaar geleden kreeg 1 op de 60 kinderen ADHD-medicijnen, maar in 2010 was dat gestegen tot 1 op de 26 kinderen. Dat is 4 procent van het aantal kinderen, zowel in de leeftijd van 6 tot 10 jaar als van 10 tot 16 jaar, aldus de cijfers die de staatssecretaris gaf. Het zijn ‘stimulerende’ geneesmiddelen die de aandoening niet genezen maar de symptomen verminderen. Veldhuijzen maakt zich dan ook grote zorgen over de effecten van de medicijnen op de lange termijn bij nog groeiende hersenen. Naar dat effect wordt gekeken evenals naar het gebruik van bijvoorbeeld ritalin in het buitenland, waar volgens Veldhuijzen ook steeds meer naar deze pillen wordt gegrepen.
Het CDA vindt het opmerkelijk dat 114.000 mensen in Nederland nu ADHD-medicatie krijgen, terwijl uit onderzoek blijkt dat 60.000 tot 100.000 mensen ervoor in aanmerking zouden komen. Hieronder vallen ook volwassenen, maar het overgrote deel van de gebruikers zijn kinderen. Wellicht moeten de criteria voor de verstrekking aangescherpt worden, aldus de bewindsvrouw.
De meeste partijen maken zich ook grote zorgen over „aanhoudende tekortkomingen” in de jeugdzorg, zoals PvdA-Kamerlid Jeroen Dijsselbloem het noemde. De Inspectie Jeugdzorg die toezicht op de kwaliteit moet houden, zweeft in zijn ogen nog te veel. Wat hem betreft moet de inspectie een instelling eerder tot de orde roepen en moet die sluiten als er geen verbetering optreedt. Volgens Veldhuijzen stelt de inspectie al een termijn van 1 jaar maar ze is bereid te kijken naar steviger handvatten en termijnen.