Buitenland

Moslims op Sri Lanka wantrouwen hindoeïstische Tamils

Als vrijdags de avond valt, verzamelen groepjes jonge moslimmannen zich in de door palmen omzoomde tuin van de tachtig jaar oude moskee. Vroeger bespraken ze hun werk of speelden ze karom -de lokale variant van biljart- in een aanpalend zaaltje. Maar tegenwoordig gaan de gesprekken in dit stadje in het oosten van Sri Lanka over de groeiende invloed van de Tamils en over hoe zich daar tegen te weer te stellen.

Dilip Ganguly (AP)
25 August 2003 10:45Gewijzigd op 14 November 2020 00:30

In het geweld tussen de boeddhistische Singalese meerderheid en de hindoeïstische Tamil-minderheid hielden de moslims als nog kleinere minderheid zich tot dusver op de vlakte. De meesten wonen in het oosten en moeten er niets van hebben om te worden opgenomen in een autonome zone die de Tamils in de politieke onderhandelingen met de regering proberen los te peuteren. De 1,3 miljoen moslims staan met hun rug naar de zee en bediscussiëren nu openlijk of zij de wapens moeten opnemen tegen de 3,2 miljoen Tamils.

„Als je mij vraagt of ik een AK-47 zal oppakken om te vechten voor onze rechten, dan zeg ik „nog niet.” Maar als ik nog een stukje verder word geduwd, dan wel”, zegt Abdul Naser, een 29-jarige vishandelaar.

De moslims, overwegend zakenlieden en handelaren, vrezen onder een Tamil-regering tweederangsburgers te worden. Ze vertrouwen de overwegend hindoeïstische Tamils niet. Ze zeggen dat de rebellen systematisch moslims hebben vermoord -130 bij aanvallen op twee moskeeën op een en dezelfde dag in augustus 1990- en wijzen erop dat het Tamil-guerrillaleger in datzelfde jaar 100.000 moslims van het schiereiland Jaffna verjoeg.

Aan de rand van sommige moslimdorpen wachten gewapende Tamils reizigers op om ’belasting’ te heffen. Toen in juni moslimhandelaren een stakingsoproep van Tamil-rebellen negeerden, werden uit wraak twee winkels van moslims in brand gestoken. Moslims, ook hun anders zo bescheiden leiders, reageerden fel toen deze week vier moslims werden vermoord, vermoedelijk door Tamil-rebellen.

„Er kan een situatie ontstaan waarin moslims geen andere keuze meer rest dan de wapens op te nemen en te vechten”, zei Ferial Ashraff, voorzitter van de op een na grootste moslimpartij, de Alliantie voor Nationale Eenheid, dinsdag op een persconferentie in de hoofdstad Colombo.

Sommige moslims willen dat de regering een afzonderlijk bestuurlijk district voor hen instelt. De Tamil-rebellen willen daar niet van weten. De regering, die de moslims niet van zich wil vervreemden, vraagt de Tamils de macht met de moslims te delen.

De moslims „vertrouwen erop” dat hun politieke leiders niet zullen toestaan dat Tamils lokaal de dienst gaan uitmaken, zegt Mohammed Aliyar, een 30-jarige onderwijzer. „Maar als zij falen, zullen veel jonge moslims naar de wapens grijpen.”

Volgens een inlichtingenrapport van de politie, dat een verslaggever van Associated Press gedeeltelijk heeft ingezien, hebben radicale moslims al twee trainingsbases opgericht. Niemand in het gebied wil het bestaan ervan erkennen en veel mensen kijken de andere kant op als ernaar gevraagd wordt. Volgens het politierapport wordt er op de bases vooralsnog niet keihard met wapens getraind en ligt de nadruk op vergroting van het zelfbewustzijn van de moslims en mentale voorbereiding op de jihad of heilige oorlog.

Sri Lanka, een land met 19 miljoen inwoners, is relatief rustig sinds februari 2002, toen Noorse bemiddelaars een wapenstilstand tot stand brachten in de negentien jaar durende burgeroorlog, die meer dan 65.000 levens eiste. In de daaropvolgende vredesonderhandelingen hebben de Tamils hun streven naar een onafhankelijke staat moeten opgeven in ruil voor de vorming van een autonome zone waarin zij ruime zeggenschap krijgen over de dagelijkse gang van zaken. De rebellen hebben echter in april -twee maanden voordat er lokale verkiezingen gehouden zouden worden- het overleg opgeschort en geëist dat zij in afwachting van een definitief akkoord alvast als interim-bestuurders van het gehele noordoosten van Sri Lanka werden erkend. De Tamil-rebellen rekenen tot hun gebied ook alle gebieden in het oosten waar moslims in de meerderheid zijn.

In de hoofdstad Colombo laat leider Hashan Ali van het Srilankaanse Moslimcongres weten dat hij tegen geweld is, maar dat jonge moslims het niet over hun kant zullen laten gaan als zij gedwongen worden onder Tamil-bestuur te leven. „Wij zijn ons bewust van het gevaar. Daarom willen wij de regering met alle middelen ervan overtuigen dat zij het belang van de moslims nooit mag opofferen”, zegt hij.

De partij van Ali bezet 12 van de 225 zetels in het parlement en is een onmisbare coalitiepartner voor premier Ranil Wickremesinghe, wiens regering slechts een meerderheid van 2 zetels heeft. Binnen de Singalese meerderheid bestaat veel verzet tegen de toezegging van een eigen zone aan de Tamils.

De regering probeert de Tamil-rebellen over te halen, de moslims een passende vertegenwoordiging te geven in het voorziene bestuur. Leiders van de rebellen zeggen dat zij niets tegen de moslims hebben en dat Tamils en moslims vreedzaam naast en met elkaar kunnen leven in een door rebellen geleid noordoosten. Maar Ali zegt dat de moslims nooit zullen toestaan dat de rebellen voor hen de dienst uitmaken. Daarvoor „kennen wij hen te goed.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer