Onderzoek naar speciaal onderwijs Rijssen en Urk
ZWOLLE – De Eliëzer- en Obadjascholen in Zwolle onderzoeken of een deel van het onderwijs in andere plaatsen in het voedingsgebied kan worden ondergebracht. Gedacht wordt aan Rijssen en Urk.
Algemeen directeur A. C. W. Hak deelde dat donderdag mee in reactie op berichten dat de gemeente Rijssen-Holten de mogelijkheden voor reformatorisch speciaal onderwijs in Rijssen wil onderzoeken.
„Dat onderzoek gebeurt dus al, maar bepalend is of de kwaliteit van de geboden zorg gehandhaafd kan blijven”, zegt Hak. „De wetgeving rond passend onderwijs beklemtoont de wenselijkheid van thuisnabij onderwijs. Daarom hebben we deze winter besloten tot onderzoek. Binnen ons voedingsgebied zijn er twee concentraties: van de 285 leerlingen wonen er zo’n 50 in Urk en ongeveer evenveel in Rijssen. De leerlingen zijn echter verdeeld over zes soorten onderwijs. De vraag is nu wat er dichter bij huis mogelijk is zonder aan kwaliteit in te boeten. Als leerlingen niet de juiste zorg ontvangen, neemt het aantal uitvallers toe.” De uitslag van het onderzoek wordt in de eerste helft van september verwacht.
In Rijssen is vanuit de ouders de vraag gesteld of speciaal onderwijs in de eigen plaats mogelijk is, verklaart bovenschools manager W. C. Bregman van de reformatorische basisscholen. „Daarvoor moet eerst worden geïnventariseerd welke zorg en welke niveaus nodig zijn. Als het dichter bij huis kan, wie zou daar dan op tegen zijn? Maar we moeten wel kijken of het mogelijk is. Die vraag hebben we aan de scholen in Zwolle voorgelegd. We wachten de uitslag van hun onderzoek af.”
Onafhankelijk daarvan besloot het college van Rijssen-Holten vorige week om dit onderwerp met het bestuur van de reformatorische basisscholen in Rijssen te bespreken. Aanleiding daartoe is de sterke stijging van de kosten van het leerlingenvervoer. Die waren voor dit jaar begroot op 1,3 miljoen euro, maar dat bedrag valt ongeveer 250.000 euro hoger uit.
Oorzaken zijn volgens een gemeentewoordvoerster de algemene stijging van taxikosten –„dit jaar met maar liefst 5,8 procent”–, de toename van het aantal leerlingen dat naar school moet worden vervoerd, de versnippering van het vervoer, en de groei van het vervoer naar stageadressen.
Rijssen beschikt alleen over een protestants-christelijke school voor speciaal onderwijs. Momenteel volgen zo’n 200 leerlingen, in de leeftijd van 4 tot 17 jaar, speciaal (basis)onderwijs buiten de gemeente. Kinderen uit Holten gaan naar Raalte, Deventer en Apeldoorn. Leerlingen uit Rijssen bezoeken scholen in Almelo, Ommen en Zwolle.
De gemeente is verplicht het bus- of taxivervoer naar de dichtstbijzijnde school van een bepaalde richting te vergoeden. Om meer grip te krijgen op de vervoerskosten heeft het college vorig jaar advies gevraagd van onderzoeksbureau Forseti, een organisatie die onder andere adviezen verstrekt over doelgroepenvervoer. Dat heeft tot aanbevelingen geleid, zoals het instellen van opstapplaatsen en het maken van afspraken met scholen dat stages dichter bij huis plaatshebben.
Een andere mogelijkheid tot besparing is het starten van reformatorisch speciaal basisonderwijs in Rijssen. Daarover wil het gemeentebestuur nog voor de zomervakantie met het reformatorisch basisonderwijs in Rijssen in gesprek.
„Thuisnabij onderwijs is beter voor de leerlingen, en voor de gemeente is het een kostenbesparing”, zegt de woordvoerster. „Het is echter aan de ouders en de schoolbesturen om te bepalen wat ze kunnen en willen. Wij gaan daar niet over, maar als het zover zou komen, denkt de gemeente graag mee over de huisvesting.”