Nederlandse kenniseconomie scoort middelmatig
DEN HAAG (ANP) – Nederland presteert economisch goed, maar scoort wat betreft concurrentie- en innovatievermogen in de Europese middenmoot. Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerd rapport van onderzoeksbureau TNO.
Hoewel Nederland nog steeds investeert in de ontwikkeling van de kenniseconomie, is het aandeel van mensen werkzaam in innovatieberoepen de afgelopen jaren onder het EU-gemiddelde gezakt. Vooral het arbeidsaanbod in de exacte wetenschappen en techniek ontwikkelt zich ongunstig. Relatief weinig studenten, vooral weinig vrouwen, kiezen voor bètavakken. Opvallend is daarnaast dat buitenlandse bedrijven een toenemend deel van de innovatieuitgaven voor hun rekening nemen.
Wil Nederland met gidslanden als China en Duitsland meekomen, dan zullen overheid en bedrijven volgens TNO vooral moeten werken aan economische schaalvergroting. Dat kan door bedrijfssectoren die het goed doen, uit te breiden en te versterken. Afgezien van grote ondernemingen als Philips en ASML kunnen bedrijven nooit zelfstandig een uitgebreide innovatieafdeling bekostigen. Een groep bedrijven die zowel concurreert als samenwerkt, kan dat wel, wat goed te zien is in Eindhoven waar de Technische Universiteit nauw verbonden is met het bedrijfsleven.
Bernard Wientjes, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW, is blij met het pleidooi voor een betere samenwerking tussen de industrie en politiek. „In Nederland is het idee ontstaan dat wij een postindustriële natie zijn die zich focust op de dienstensector. Daar moeten we vanaf, zeker in deze economisch moeilijke tijd. Er moet meer geld beschikbaar komen om onze industriële topsectoren te versterken.”
Hans Biesheuvel van ondernemersvereniging MKB voegt daaraan toe dat de komende jaren niet alleen innovatie, maar ook ondernemerschap moet worden gestimuleerd. Zoals ook Hans Clevers, de deze week benoemde president van wetenschapsorgaan KNAW, stelt: „Echte innovatieve bedrijven zijn vaak de startende ondernemingen die met een nieuw idee komen. Daarom zouden ook uitvinders van kennis in de toekomst meer macht moeten krijgen.”