Ds. J. B. Kamp neemt wegens emeritaat afscheid van hervormd Wageningen
WAGENINGEN – „De hechtste banden zijn ontstaan met mensen met wie je leed deelde.” Die ervaring heeft ds. J. B. Kamp na een ambtsperiode van 23 jaar. Zondag nam de predikant wegens emeritaat afscheid van de hervormde wijkgemeente Marcus te Wageningen.
Begin jaren zeventig begon Johan Kamp zijn theologie-opleiding te Utrecht. De mensen in zijn geboorteplaats Oldebroek zeiden tegen hem: „Jij leert voor dominee, hè?” „Maar zo zag ik dat niet. Ik studeerde theologie, hoewel de gedachte aan het ambt ook altijd aanwezig geweest is.” Verlangen naar het ambt groeide onder de prediking van ds. A. Noordegraaf, die sinds 1963 in Oldebroek stond.
Na zijn studie koos ds. Kamp niet direct voor het predikantschap. Hij werd docent godsdienst en maatschappijleer op middelbare scholen en aan de zaterdagopleiding van Stichting de Reformatorische Leergangen in Zwolle. En hij ging preken, bijvoorbeeld in Elspeet, waar het echtpaar Kamp sinds zijn trouwen „met veel plezier” woonde. „We hebben in Elspeet 22 jaar nadat we er zijn vertrokken nog steeds vrienden wonen. Elspeters zijn heel trouw.”
Eind jaren zeventig begon de docent godsdienst als pastoraal werker in Windesheim en Wezep. En hij vertrok namens de Gereformeerde Bond voor drie maanden naar Norwich, in Canada, om te werken in de Reformed Church of America daar. „Dat kon drie maanden, op een toeristenvisum. Op die manier gingen toen regelmatig kandidaten en emeriti naar Norwich.”
In 1989 werd kandidaat Kamp bevestigd tot predikant in het Overijsselse Vollenhove. In 1994 vertrok hij naar Valkenburg (ZH) en in 2000 naar Wageningen. In Vollenhove stond ook de gereformeerde dominee J. P. Dondorp, met wie hij tot op de dag van vandaag goede contacten onderhoudt. „We ruilden diensten, in geval van nood. Dan ging ik ’s avonds voor in zijn gemeente, en ds. Dondorp preekte in de hervormde kerk. Mijn vrouw zei wel eens: Zijn preken gaan dieper dan die van menig hervormd predikant.”
Het pastoraat, waar hij zo tegen opzag, bleek hem op het lijf geschreven te zijn. Tijdens de afscheidsdienst zondagochtend in Wageningen werd hij er door ouderling W. J. van Schaik om geroemd. „In een afscheidsdienst moet je dingen met een korrel zout nemen”, stelt ds. Kamp. „Ik heb het pastoraat met veel liefde gedaan. Al ben ik niet van het gezelligheidspastoraat, waarbij het alleen over de tuin en de kleinkinderen gaat. Ik heb gemerkt dat de hechtste banden zijn ontstaan met mensen met wie je leed deelde.” Hoe ontstaat zo’n band? „Door naast de mensen te gaan staan”, antwoordt ds. Kamp. „En ik ben een gevoelsmens. Dan sta je voor veel meer open dan wanneer je zaken alleen verstandelijk benadert.”
En goed voorbeeld daarvan is het eerste sterfgeval dat hij meemaakte in Vollenhove. Een jonge vader overleed tijdens het werk aan een hartaanval. De pas begonnen predikant moest de weduwe de verdrietige boodschap gaan brengen. Langzaam liep het huis vol met familieleden. „We hebben bij elkaar gezeten en gezwegen. ’s Avonds kwam ik terug. Toen ik wat met de jonge weduwe gesproken had, vroeg ik of we samen zouden bidden. Ze antwoordde: „Vanmorgen zeiden ze hier in huis: Wat een vreemde dominee, hij ging weg zonder te bidden. Maar als u dat toen had gedaan, zou ik zijn gaan gillen. Nu vind ik het goed.” Ik kon die ochtend ook alleen maar zwijgen, heb ik haar verteld.”
Ondanks zijn emeritaat houdt ds. Kamp niet op met werken. „Hij wil wel meer onder zijn vijgenboom en wijnstok gaan zitten”, lacht mevrouw Kamp. Maar daar blijft het niet bij. Ds. Kamp: „Er zijn gesprekken gaande met een gemeente hier in de buurt van Heteren, daar kan ik wat pastoraal werk gaan doen. En ik blijf ’s zondags preken. Preken heeft mijn hart. Het is de belangrijkste taak van een predikant en ik doe het graag.”
Contact met jongeren is ook belangrijk voor het kinderloze echtpaar Kamp. Er zei eens iemand tegen mevrouw Kamp: „Je kunt wel merken dat uw man kleinkinderen heeft, hij sluit zo gemakkelijk aan bij kinderen.” „Zo zie je maar, dat zegt helemaal niks”, stelt de emeritus.
Wat is de grootste zorg van een predikant na 23 jaar in het ambt te hebben gestaan? „De ontrouw van mensen. Dat men zo gemakkelijk weg blijft uit de kerkdiensten, soms alleen maar omdat het regent. Ik zei bij mijn intrede in Wageningen over de leegloop van kerken: Wat nu in de stad gebeurt, zie je in de dorpen vijftien jaar later. En ik vrees dat dat nu al de waarheid is geworden.”