Hermann Görings broer was verzetsheld
Terwijl de ene broer in het Derde Rijk medeverantwoordelijk was voor de moord op miljoenen Joden, probeerde de andere broer ze te redden. Hermann en Albert Göring, de een staatsman, de ander staatsvijand.
SA-leden hebben het in Wenen voorzien op een oude Joodse vrouw. Omstanders joelen instemmend als ze haar het bordje met de tekst ”Ik ben een Joods varken” om de nek hangen. Plotseling slaat een man de omstanders aan de kant en bevrijdt de vrouw. De SA-mannen pakken de man op en nemen hem mee naar het bureau. De man wordt onmiddellijk vrijgelaten als hij zijn naam noemt: Albert Göring, broer van rijksmaarschalk Hermann, de opperbevelhebber van de luchtmacht en vertrouweling van Adolf Hitler.
Het is een van de heldendaden die de Australiër William Hastings Burke van Albert Göring optekent. Burke ziet in 1998 op de Australische televisie een documentaire van de BBC over Jodenredder Albert Göring. De indertijd 18-jarige Australiër is enorm onder de indruk van zijn ongelooflijke levensverhaal. De dag daarop duikt hij de bibliotheek in om het verhaal te controleren, maar vindt geen letter over Albert Göring.
Dan besluit hij zelf op onderzoek uit te gaan. Dat gebeurt echter pas nadat hij zijn studie economie heeft afgerond. Het resultaat van zijn ontdekkingsreis is de publicatie ”Hermanns Bruder. Wer war Albert Göring”, een boek dat misschien niet fantastisch is geschreven, maar waarvan de inhoud verbazingwekkend is.
Burke beschrijft een man die totaal niet op diens twee jaar oudere broer lijkt. Hermann is kort en dik, Albert lang en slank. Ook qua karakter kunnen de verschillen nauwelijks groter zijn. „Hij was altijd al mijn tegenbeeld”, verklaart Hermann als hij na de oorlog door de geallieerden wordt verhoord. „Hij interesseerde zich niet voor politiek of militaire zaken, ik wel. Hij was stil, teruggetrokken; ik houd van mensen om mij heen en gezelligheid. Hij was zwaarmoedig en pessimistisch, ik ben een optimist.”
Op het moment dat Hermann Göring gevangenzit en wordt verhoord, zit zijn broer Albert ook opgesloten. In de meidagen van 1945 meldt hij zich vrijwillig bij de Amerikanen. Hij wordt direct vastgezet. Iemand met de naam Göring, een broer van het nazikopstuk, moet fout zijn geweest. Albert besluit zijn verhaal te vertellen, een fantastisch relaas vol geheime missies en ongelooflijke heldendaden. Hij zegt dat hij tegen de nazi’s heeft gevochten en tientallen Joden het leven heeft gered, maar wordt niet geloofd. „Het weerwoord van Albert Göring is een van de goedkoopste pogingen om je eer te redden”, noteert de Amerikaan Paul Kubala die hem verhoort.
Dan schrijft Albert 34 namen in alfabetische volgorde op een vel papier, „het zijn mensen die ik met gevaar voor eigen leven heb gered.” Het is slechts een keus, want het zijn er veel meer geweest. Albert voegt hun beroep, nationaliteit en laatste adres eraan toe.
Er wordt serieus werk van de lijst gemaakt als die in handen komt van een Amerikaanse majoor die de naam van zijn oom op de lijst ziet staan. Onderzoek wijst uit dat Albert zich in de oorlog inderdaad tegen de nazi’s heeft gekeerd en mensen het leven heeft gered. Daarop wordt hij vrijgelaten.
Alberts verzetsdaden stellen aanvankelijk weinig voor. Hij ontloopt de nationaalsocialisten eenvoudigweg. Hij wordt geen lid van de NSDAP en gaat als verkoopleider van verwarmingsketels in 1928 naar Wenen, waar hij de Oostenrijkse nationaliteit aanneemt. Maar de nazi’s halen hem in 1938 met de Anschluss van Oostenrijk in.
Albert ontloopt nu de nazi’s niet langer, maar pleegt actief verzet. En zo helpt hij de Joodse vrouw die een vernederend bordje om de nek gehangen krijgt. Een andere keer, als de Joden met tandenborstels de straten moeten vegen, gaat hij op zijn knieën om te helpen schrobben.
Als nazi’s hem verwelkomen met de Hitlergroet, zegt Albert: „Loop naar de pomp” of bedient hij zich van schuttingtaal zodat omstanders het schaamrood naar de kaken stijgt. Als hij wordt opgepakt laten de autoriteiten hem weer gaan zodra ze in de gaten krijgen wie ze voor zich hebben.
Albert gaat ook Joden en politieke tegenstanders van de nazi’s helpen. Hij gebruikt daarvoor niet het briefpapier van zijn broer, zoals tot dusver is verondersteld, aldus Burke, maar ondertekent gewoonweg met ”Göring”. „Dat was voldoende om zelfs SS’ers te laten uitvoeren wat er in de brieven stond.”
Het hoogtepunt van zijn reddingsacties is de bevrijding van Joden uit het concentratiekamp Theresienstadt. Op een dag rijdt Albert met een aantal vrachtwagens naar het concentratiekamp. Burke schrijft: „Hij zei: „Ik ben Albert Göring van de Skoda-fabrieken. Ik heb arbeiders nodig.” De commandant van het concentratiekamp stemt in, omdat het om Albert Göring gaat. Die rijdt vervolgens het bos in en laat de Joden vrij.”
De activiteiten van Albert blijven niet onopgemerkt. De SS in Praag wil hem in 1944 oppakken, maar dan komt broer Hermann tussenbeide. Hermann vindt zijn broer een „politieke idioot”, maar houdt hem voortdurend de handen boven het hoofd. Later zegt Albert dat Hermann van mening was dat het „mijn zaak was als ik Joden wilde redden. Als ik hem maar niet eindeloos in de problemen bracht.” Albert moet niets hebben van de staatsman Hermann Göring, „maar als broers staan we dicht bij elkaar.”
Aan het einde van de oorlog kan Hermann zijn broer niet meer redden en vlucht Albert. In 1945 wordt hij gevangengezet, eerst door de Amerikanen en later door de Tsjechoslowaken. Zijn achternaam heeft een besmette klank. Tsjechoslowaken die hij heeft geholpen, getuigen voor hem en in 1947 wordt hij definitief vrijgesproken.
Albert vestigt zich in Salzburg, later verhuist hij naar München. Omdat hij weigert zijn achternaam te veranderen of zijn verzetsdaden openbaar te maken, zit hij de meeste tijd zonder werk thuis. In december 1966 sterft hij in de Beierse hoofdstad, verarmd en verbitterd.
Boekgegevens
”Hermanns Bruder. Wer war Albert Göring”, door William Hastings Burke; uitg. Aufbau Verlag, Berlijn, 2012; ISBN 978 3351 02747 6; 237 blz.; € 22,95.