Buitenland

Het woord is nu aan het Argentijnse hof

Het is feest bij de familieleden van de slachtoffers van de laatste Argentijnse dictatuur. Afgelopen dinsdag zijn immers de wetten afgeschaft die bescherming boden aan de folteraars en moordenaars van het militaire bewind uit de periode 1976-1983.

Marcela Valente (IPS)
22 August 2003 22:39Gewijzigd op 14 November 2020 00:30

Iedereen kijkt nu in de richting van het hooggerechtshof, dat alles moet voorbereiden om de beulen voor het gerecht te brengen.

De amnestiewetten die de senaat heeft ingetrokken, maakten een einde aan de mensenrechtenprocessen tegen ongeveer 2500 militairen voor misdaden begaan tijdens de dictatuur. De ”Eindpuntwet” uit 1986, die toenmalig president Raul Alfonsin onder druk van het leger moest aanvaarden, bepaalde een termijn van zestig dagen voor het indienen van strafrechtelijke klachten en het beluisteren van de getuigenis van beklaagden en getuigen in mensenrechtenzaken door de rechter. Voordien had de regering-Alfonsin geijverd voor de veroordeling van de leiders van de dictatuur. De meesten kregen levenslang, maar ontvingen achteraf gratie van Carlos Menem, die president was van 1989 tot 1999.

Na de aanvaarding van de Eindpuntwet begonnen verscheidene rechters snel militairen op te roepen om te getuigen. Dat leidde tot een gewapende opstand door een groep soldaten in 1987. De opstand werd neergeslagen, maar in de nasleep ervan werd ook nog de Wet op de Gepaste Gehoorzaamheid ingevoerd, die een eind maakte aan de vervolging van alle mensenrechtenschenders die „gewoon een bevel opvolgden.”

De Argentijnse senaat moest deze week tien uur lang beraadslagen over de afschaffing van de twee amnestiewetten. Uiteindelijk stemden 43 senatoren voor en zeven tegen. Er was ook één onthouding en 21 senatoren waren afwezig. Met deze beslissing volgde de senaat de collega’s uit het lagerhuis, die vorige week ook al de twee amnestiewetten wegstemden.

Door de afschaffing van de wetten lijkt het mogelijk de folteraars van de dictatuur weer voor het gerecht te brengen, al menen de meeste juridische deskundigen dat de stemming van het congres op zich niet de toelating inhoudt tot heropening van de rechtszaken in verband met mensenrechtenschendingen die zijn begaan tijdens de dictatuur. Andere experts beschouwen de stemming in het hoger- en het lagerhuis van het congres, die de sterke steun geniet van president Nestor Kirchner, als een krachtig politiek gebaar in de richting van het hooggerechtshof, dat nog verschillende punten moet regelen in verband met de grondwettigheid van de twee wetten.

De afschaffing van de twee amnestiewetten was geenszins eenvoudig. Tot net voor het slotdebat deelden vele senatoren de mening van vice-president en kamervoorzitter Daniel Scioli. Die vond het „nauwelijks serieus” een wet in te trekken die door het congres zelf was ingesteld en vroeg zich ook af of het congres wel met terugwerkende kracht kan optreden. De stemming heeft geleid tot spanningen tussen Scioli en Kirchner, maar gaat wel in op de herhaalde eisen van mensenrechtengroepen en de wens die de president zelf kort na zijn aantreden op 25 mei heeft geuit om de handlangers van de dictatuur voor het gerecht te brengen.

De hele zaak kreeg vorige maand ook nog een zetje toen de Spaanse rechter Baltasar Garzon aandrong op de arrestatie en uitlevering van 45 Argentijnse militairen die in Madrid moesten terechtstaan voor de dood van honderden Spaanse burgers tijdens de Argentijnse ”vuile oorlog”. Garzon kreeg internationale bekendheid in 1998 toen hij tevergeefs vroeg om de uitlevering van de voormalig Chileense dictator Pinochet aan Spanje wegens misdaden tegen de menselijkheid.

Garzons arrestatiebevelen voor de Argentijnse militairen hebben Kirchner aangezet tot de afschaffing van het decreet dat de uitlevering belet van Argentijnen die worden beschuldigd van misdaden begaan in Argentinië tijdens de dictatuur. Dat decreet werd getekend door Fernando de la Rua in december 2001, enkele dagen voordat hij aftrad als president.

Meteen na de historische beslissing van de senaat gingen honderden mensen in Buenos Aires de straat op. Rond het congresgebouw vielen familieleden van slachtoffers, mensenrechtenactivisten en voormalige politiek gevangenen elkaar in de armen en lieten vreugdekreten horen. „Dit is geweldig! Op dit moment hebben we lang moeten wachten”, zegt Sara Steimberg. Haar zoon Luís werd in 1976 op 22-jarige leeftijd ontvoerd toen hij op weg was naar de bioscoop. Samen met zijn vriend ’verdween’ hij, door toedoen van het repressieapparaat van de dictatuur. In 1995 moest Sara Steimberg meemaken hoe voormalig sergeant Victor Ibañez op televisie een bekentenis aflegde en betreurde dat hij verschillende gevangenen van de dictatuur vanuit een vliegtuig in het water van de Rio de la Plata had gegooid. Een van die gevangen was Luís Steimberg. „Het was verschrikkelijk. Die man, die schuldig is aan genocide, meende dat hij ons om vergiffenis kon vragen. Maar sinds die dag weet ik tenminste waar zich het graf bevindt van mijn verdwenen zoon.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer