Verdachte kan eigen valse bekentenis geloven
RIJSWIJK (ANP) – Verdachten in politieonderzoeken kunnen om verschillende redenen tot een valse bekentenis komen. Dat schrijft psycholoog Aldert Vrij in het boek Het recht van binnen, een standaardwerk op het gebied van de rechtspsychologie. Zo worden er vrijwillig valse bekentenissen afgelegd, maar zijn er ook verdachten die onder druk van de politie een verklaring afleggen of zich inbeelden dat ze een misdrijf hebben gepleegd. Iemand kan zijn hele leven blijven geloven in verklaring over een ingebeeld misdrijf.
Het is volgens Vrij, verbonden aan de universiteit van Portsmouth, onduidelijk hoe vaak valse bekentenissen voorkomen. Een van de problemen rond valse bekentenissen is dat politiemensen zelf niet altijd geneigd zijn te accepteren dat die voorkomen.
Er zijn mensen die beweren een misdrijf te hebben gepleegd waarover ze iets in die media hebben gehoord of gelezen. Ze doen dat om beroemd te worden of omdat ze het stoer vinden. Dat gebeurde bijvoorbeeld na de ontvoering van Gerrit-Jan Heijn. Nog voordat de politie iemand had opgepakt, meldden zich mensen die de ontvoering spontaan bekenden.
Een tweede reden voor een vrijwillige, maar valse bekentenis is schuldgevoel. Dat komt vooral voor bij mensen die kampen met depressiviteit. Er zijn ook mensen die werkelijkheid en fantasie door elkaar halen. Het gaat dan meestal om schizofrene verdachten. Mensen leggen verder soms een verklaring af om de echte dader te beschermen. „Een vijfde reden is dat verdachten niet meer het idee hebben dat ze hun onschuld kunnen bewijzen en daarom maar bekennen in de hoop hierdoor een lagere straf te zullen krijgen”, schrijft Vrij.
Aan het front van ingebeelde bekentenissen haalt Vrij het voorbeeld aan van een man die werd verdacht van de moord op een buurvrouw. „De politie verdacht hem van deze moord, omdat hij zo nerveus reageerde toen de politie een routinegesprek met hem voerde.” De politie wist niet dat de man sociaal angstig was, hij begon wel vaker te zweten tijdens gesprekken met anderen.
De politie vroeg de man te beschrijven hoe de moord had kunnen plaatsvinden. „Hij vond dit een leuk spelletje en was behulpzaam.” Uiteindelijk werd hij verdacht, omdat hij tijdens dit ‘spel’ 9 details gaf, die alleen de dader kon weten. Een leugendetector bevestigde ten onrechte dat de man schuldig was. Daarop begon hij aan zichzelf te twijfelen en gaf aan dat hij zich niet kon voorstellen dat hij het had gedaan en zei het zich in ieder geval niet te kunnen herinneren.