Rusland: Syrië zonder Assad kan
DAMASCUS (ANP/AFP/DPA) – De Syrische president Bashar al-Assad kan niet rekenen op de onvoorwaardelijke steun van Rusland. Dat heeft de Russische onderminister van Buitenlandse Zaken, Gennadi Gatilov, duidelijk gemaakt.
„Wij hebben nooit gezegd of erop gestaan dat Assad aan de macht moet blijven”, zei hij dinsdag tijdens een bezoek aan Zwitserland. Het belangrijkste is dat het geweld in Syrië stopt, zonder buitenlandse inmenging, aldus Gatilov. „De kwestie moet worden opgelost door de Syriërs zelf.”
Het is voor het eerst dat een Russische bewindsman zich zo expliciet uitlaat over de positie van de Syrische president. Veel andere landen, zowel in het Westen als in de Arabische wereld, dringen al langer aan op het vertrek van Assad.
Rusland heeft grote economische belangen in Syrië en geldt als de belangrijkste bondgenoot. Samen met China blokkeerde Rusland meerdere pogingen binnen VN-verband p, de druk op het regime in Damascus met strengere sancties op te voeren.
De leiders van beide landen, president Vladimir Poetin en zijn Chinese ambtgenoot Hu Jintao, benadrukten dinsdag tijdens een ontmoeting dat het vredesplan van Kofi Annan de leidraad moet zijn voor het oplossen van het bloedige conflict in Syrië.
Ook volgens minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken is er geen andere optie dan vast te houden aan het plan, dat Annan als speciale gezant voor Syrië namens de VN en de Arabische Liga met de strijdende partijen overeenkwam, maar dat in de praktijk vooralsnog een papieren exercitie is gebleven.
De Verenigde Naties en Syrië bereikten dinsdag wel een overeenkomst die het mogelijk maakt dat hulporganisaties toegang krijgen tot vier getroffen gebieden. Volgens een schatting van de VN hebben minstens 1 miljoen mensen in Syrië humanitaire hulp nodig.
Door het aanhoudende geweld zoeken steeds meer Syriërs een veilig heenkomen in Turkije. De afgelopen 3 dagen staken ruim 2000 Syriërs de grens over naar Turkije.
Syrië verklaarde dinsdag diplomaten uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, Turkije en andere landen tot ongewenst persoon. De maatregel is een reactie op het wegsturen van Syrische diplomaten door deze landen na het bloedbad in het Syrische Houla.
Syrië blijft ondertussen het toneel van een bloedige strijd tussen regeringstroepen en pro-Assadmilities aan de ene kant en opstandelingen aan de andere kant. Ook dinsdag vielen er tientallen doden.
De opstand in Syrië tegen het regime van president Assad begon in maart vorig jaar. De VN schat dat er inmiddels zo’n 9000 mensen door het geweld zijn omgekomen.