„Rechter moet over uitdiepen Westerschelde oordelen”
Het gemeentebestuur van Antwerpen denkt dat alleen een gang naar de rechter uiteindelijk een oplossing kan bieden voor het al jaren slepende geschil tussen Nederland en Vlaanderen over uitdieping van de Westerschelde.
Eventueel is nog een uitweg mogelijk via internationale arbitrage, zoals die binnenkort ook zal plaatshebben tussen Nederland en België over de goederenspoorlijn IJzeren Rijn, waarover beide landen elkaar al jaren in de haren zitten. Dat zei de Antwerpse havenwethouder Delwaide vrijdag naar aanleiding van de drie recente scheepsongelukken op de Westerschelde.
Delwaide denkt dat alleen een gezamenlijk bestuur van de Westerschelde door Vlaamse en Nederlandse ambtenaren dergelijke ongelukken kan voorkomen en zal zorgen voor meer veiligheid. Zo’n „vast bestuur” van de Westerschelde zou ook verantwoordelijk moeten zijn voor alle daarbij behorende taken, als het regelen van scheepvaartverkeer en milieubeheer.
De Antwerpse schepen (wethouder) vindt overigens dat de Westerschelde nu niet ineens onveilig is. „Ik kan me de vrees van de mensen achter de dijken in Zeeland wel voorstellen, maar het valt relatief mee met het aantal ongelukken. In 1970 waren dat er nog zo’n 170 per jaar. Nu tussen de nul en zes per jaar.” De liberale wethouder wil ook eerst de technische rapporten over de ongelukken afwachten. „In één geval lijkt het te gaan om een puur technische fout van een schip.”
Delwaide ziet in de ongelukken en de onrust die daarover in Nederland ontstond, onder meer bij burgemeester Verbree van de Zeeuwse gemeente Reimerswaal, wel een teken dat de noorderburen alle gelegenheden aangrijpen om de uitdieping van de Westerschelde tegen te houden.
Hij vindt dat deze gewoon door moet gaan, omdat een goede toegang van de Antwerpse haven ook een Nederlands belang is. „Ruim een derde van de Antwerpse haven is in Nederlandse handen”, aldus Delwaide in een gesprek met het ANP. „Ook een half-Nederlandse reder als P&O/Nedlloyd vraagt om uitdieping.”
Nederlandse en Vlaamse ambtenaren praten in zogeheten Proses-werkgroepen over mogelijkheden om de riviermonding uit te diepen, teneinde Antwerpen een betere bereikbaarheid te geven. Die gesprekken en daaraan gekoppelde studies, die al ongeveer 12 miljoen euro hebben gekost, moeten eind volgend jaar leiden tot politieke besluitvorming.
Volgens Delwaide zal Rijkswaterstaat dan weer tal van juridische hobbels bedenken om de zaak te traineren. „Rijkswaterstaat is in Nederland echt een staat in de staat. Al dat oeverloos gepraat zal tot niets leiden. Het spijt me, maar ik vrees dat alleen juridische oplossing, via de Europese rechter of het Internationaal Gerechtshof, een uitweg zal bieden. Misschien dat arbitrage nog werkt. Maar dan moeten we eerst afwachten wat er gaat gebeuren met de IJzeren Rijn.”