Koninklijk Huis

Antwerpen plaatst beelden Willem van Oranje en Marnix van Sint-Aldegonde

In de nabije toekomst zullen in Antwerpen twee bronzen standbeelden onthuld worden, van Willem van Oranje en van zijn rechterhand Filips van Marnix van Sint-Aldegonde.

Jan van Reenen
4 June 2012 20:03Gewijzigd op 14 November 2020 21:25
Benauwde uren voor Willem van Oranje in stadhuis Antwerpen. Foto Jan van Reenen
Benauwde uren voor Willem van Oranje in stadhuis Antwerpen. Foto Jan van Reenen

De ruim 3 meter hoge beelden komen aan de achterzijde van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te staan. Ze worden gesitueerd in een kring van zeventien arduinstenen bakens met teksten die de zeventien Habsburgse Nederlanden in de zestiende eeuw symboliseren.

De beelden zijn gemaakt door de dit jaar overleden Mechelse kunstenaar Jean Paul Haenen. De plaatsing is een idee van de Prins Willem de Eerste-herinneringsstichting, die eerder diverse beelden in Nederland heeft laten plaatsen. De Antwerpse historicus prof. Guido Marnef speelde een rol bij de totstandkoming.

Passende locatie

Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, waarin veel schilderijen van Belgische meesters te zien zijn, oogt imposant, met hoge pilaren en een brede toegangstrap. Hoewel de precieze datum van onthulling nog niet bekend is, zijn de werkzaamheden voor de plaatsing van de beeldengroep al in volle gang. Aan de achterzijde is de grond omgewoeld en er ligt een grote hoop zwarte grond. „Hier moeten de standbeelden van Willem van Oranje en Marnix van Sint-Aldegonde komen te staan,” wijst prof. Marnef. „Het past in deze omgeving, waar straten namen hebben als Zwijgerstraat, Geuzenstraat en Marnixplaats.”

De hoogleraar nieuwe geschiedenis aan de universiteit van Antwerpen heeft deze locatie voor de beeldengroep voorgesteld aan het stadbestuur: dicht bij de plaats waar Willem van Oranje van 1578 tot 1583 woonde. De schrijver van het boek ”Antwerpen in de tijd van de Reformatie” merkt op dat Willem van Oranje en Marnix van Sint-Aldegonde een belangrijke rol gespeeld hebben in het Antwerpen van die tijd.

In 1577 zag het er goed uit voor de opstandelingen. Willem van Oranje, de leider van de Opstand, keerde terug naar Brussel, toen het regeringscentrum. Na de Slag bij Gembloux, die een overwinning voor de Spanjaarden inhield, werd Brussel echter bedreigd door de Spaanse troepen en werd de regeringszetel naar Antwerpen verplaatst.

Oranje ging met zijn complete hofhouding wonen op het Spanjaardenkasteel, een burcht vlak bij het museum, die door Alva was gebouwd om het opstandige Antwerpen in bedwang te houden. De Antwerpenaars hebben de prins wel eens gevraagd om in het hart van de stad, aan de Meir, te gaan wonen, maar hij ging daar niet op in.

Onze-Lieve-Vrouwekathedraal

Het ideaal van Willem van Oranje was dat protestanten en rooms-katholieken samen tegen Spanje zouden strijden. Hij stond aan de wieg van de Religievrede van Antwerpen in 1578, die zowel rooms-katholieken als calvinisten het houden van godsdienstoefeningen toestond. Door een incident met een processie bij de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal ging het allemaal anders. De kathedraal met de 123 meter hoge toren in het centrum is een van de grootste toeristische trekpleisters van Antwerpen.

Marnef wijst naar de imposante toegangsdeur vol heiligenbeelden, waar in 1579 een processie zijn weg begon. „De kathedraal was tot dan in handen van de rooms-katholieken gebleven. Bij de processie op 28 mei waren veel hoogwaardigheidsbekleders aanwezig, onder anderen de katholieke landvoogd Matthias van Oostenrijk. Doordat de processie moeilijk verteerbaar was voor de calvinisten, was men een compromis overeengekomen. In plaats van een grote omgang door de stad zouden de processiegangers een kleine toer om de kerk houden.

Toen men toch aan de grote tocht begon, kwamen de leden van de (calvinistische) burgerwacht in het geweer. Beide groepen raakten slaags met elkaar en er vielen enkele doden. De processie werd teruggedreven. Willem van Oranje kwam tussenbeide en ontzette Matthias en andere hoogwaardigheidsbekleders. Na dit moment trad er een radicalisering van de Reformatie op en werden de meeste rooms-katholieke clerici de stad uitgewezen. Antwerpen werd een calvinistische stad.”

In de knel

In de jaren daarna werd het steeds moeilijker. Niet alleen moest Oranje vaak naar het stadhuis om steun te vragen voor de Opstand, ook werd de situatie van Antwerpen hachelijk. Het calvinisme begon in het zuiden steeds meer terrein te verliezen door de militaire successen van de Spanjaarden onder leiding van Alexander Farnese, prins van Parma, die ook Antwerpen bedreigde.

Bovendien werd de positie van Willem de Zwijger steeds moeizamer. Koning Filips II had de banvloek over hem uitgesproken. In 1582 pleegde een zekere Jean Jaurequi een aanslag op de prins in zijn woning in de citadel. Oranje herstelde van zijn verwondingen, maar zijn vrouw Charlotte de Bourbon overleed door uitputting, gevolg van de intensieve verzorging die ze haar man gaf.

Ook in eigen gelederen ontmoette Oranje steeds meer tegenstand. Zijn positie kwam onder druk te staan door zijn streven om Frans van Valois, hertog van Anjou, benoemd te krijgen als nieuwe landsheer. De benoeming viel verkeerd bij een groot deel van de opstandelingen, die niets verwachtten van een rooms-katholieke Fransman.

Het wantrouwen bleek terecht. Anjou wilde zich in 1583 met geweld meester maken van Antwerpen. De burgerwacht dreef de Franse troepen, met achterlating van een paar duizend doden, terug. Willem van Oranje wilde daarna opnieuw gaan onderhandelen met Anjou. Hij spoorde de Antwerpenaren op het stadhuis regelmatig aan om daarmee in te stemmen.

Stadhuis

Het zestiende-eeuwse stadhuis met de beroemde Brabofontein bevindt zich dicht bij de kathedraal. Marnef: „Er ontstond een dramatisch moment voor Oranje, toen 2000 woedende Antwerpenaren vanwege dat overleg het stadhuis omsingelden. Oranje liet de schuttersgilden ontbieden om de orde te herstellen, maar ze wilden hem niet gehoorzamen. De prins, die bang geworden was, besloot de nacht op het stadhuis door te brengen. Toen het om 10 uur ’s avonds rustig werd, is hij alsnog naar zijn kasteel gegaan, maar het incident toont wel aan hoezeer zijn populariteit geslonken was. Nog datzelfde jaar verliet De Zwijger Antwerpen om zich in Delft te vestigen.”

Waarom komt er ook een standbeeld voor Marnix van Sint-Aldegonde?

„Na het vertrek van Oranje werd diens rechterhand Marnix van Sint-Aldegonde aangesteld als burgemeester van de stad. Hij bood dapper tegenstand aan de Spanjaarden, maar kon uiteindelijk de overgave van de stad niet voorkomen. De protestanten verlieten de stad en vestigden zich in de Noordelijke Nederlanden, waar ze wel de vrijheid hadden om hun geloof te belijden.

Dat jaar was een kantelpunt in de geschiedenis van Antwerpen. Het was gedaan met zijn bloei, want de geuzen blokkeerden de doorvaart over de Schelde.”

Hebben de Antwerpenaren nu nog iets met Willem van Oranje?

„Niet veel, denk ik. Zijn naam is hier behoorlijk onbekend. Ook om die reden komt er tevens een standbeeld van Marnix van Sint-Aldegonde, die hier meer bekendheid geniet.”

Hoe zou het gegaan zijn als Antwerpen niet gevallen was?

„Misschien was Antwerpen dan wel de hoofdstad van de Nederlanden geworden. Hoe zou het dan met Amsterdam gegaan zijn?”

Voelen Antwerpenaars zich verbonden met hun stad?

„Antwerpenaars zijn chauvinistisch en voelen zich inwoner van een wereldstad. Wellicht leeft in die trots nog iets van verder van de ‘gouden’ zestiende eeuw, toen Antwerpen de grote handelsmetropool van het Westen was.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer