De 40-jarige Mohamed ‘Moppie’ R. wordt beschuldigd van betrokkenheid bij vijf liquidaties, alle gepleegd in 1993. R. zou in die periode klussen uitvoeren voor drugsbaron Henk Rommy. Daaronder viel volgens het OM ook de moord op drugshandelaar Henie Shamel en diens vriendin Anne de Witte. Zij werden op 8 mei 1993 in Antwerpen doodgeschoten. R. zou een van de regisseurs van die moordpartij zijn geweest, samen met zijn criminele handlanger Jesse R., eveneens een van de verdachten in Passage die levenslang tegen zich heeft horen eisen.

In Passage is Jesse R. de belangrijkste bron van kroongetuige Peter la S. R. vertelde zijn gewezen vriend onder meer over de moorden in 1993, die elkaar in hoog tempo opvolgden: aan de Antwerpse zaak ging op 19 april de moord op de Amsterdamse sportschoolhouder Tonnie van Maurik en op 30 maart de moord op de jonge Joegoslaven Djordje Ilic en Samir Hadziselimovic vooraf. Volgens het OM heeft Mohamed R. geen scrupules gehad. R. heeft iedere betrokkenheid ontkend. Hij blijft al enige tijd weg uit de rechtszaal, omdat hij geen vertrouwen meer heeft in de rechtbank.

Het bewijs voor de zaken uit 1993 komt voor een deel uit de reconstructie van telefoonverkeer van de verdachten, op en rond de dagen waarop de moorden werden gepleegd. Volgens de raadslieden van R. zijn er voor de diverse zaken alternatieve scenario’s, waarbij R. als verdachte is uit te sluiten. De verklaringen van La S. noemden zij onbetrouwbaar.

De pleidooien worden de komende weken voortgezet. Het vonnis van de rechtbank wordt pas aan het eind van het jaar verwacht.