Senaat onderzoekt 20 jaar verzelfstandiging
DEN HAAG – Een onderzoekscommissie van de Eerste Kamer startte vanmorgen haar gesprekken met oud-ministers en deskundigen voor haar onderzoek naar de verzelfstandiging en privatisering van overheidsdiensten in de afgelopen twintig jaar.
De eerste gast van de commissie vandaag was oud-vicepresident van de Raad van State Herman Tjeenk Willink, die altijd kritisch is geweest over het overdragen door de overheid van taken aan de markt en die vaak waarschuwde voor de gevolgen ervan.
Na Willink volgden vandaag nog SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan en Saskia Stuiveling, president van de Algemene Rekenkamer. Later deze week komen oud-ministers als Gerrit Zalm, Laurens Jan Brinkhorst en Annemarie Jorritsma voor de commissie. De laatste gespreksronde staat gepland voor volgende week woensdag.
De senatoren spitsen hun parlementaire onderzoek toe op vier casussen: de verzelfstandiging van de Nederlandse Spoorwegen, van uitkeringsinstantie UWV en van de beheerder van het elektriciteitsnetwerk TenneT. Ook de privatisering van KPN wordt onder de loep genomen.
De senatoren, onder leiding van ChristenUniesenator Kuiper, willen weten hoe de besluitvorming door de regering is verlopen en wat daarbij de controlerende rol van Tweede en Eerste Kamer was. Ook moet duidelijk worden maken wat de effecten van de privatisering/verzelfstandiging zijn geweest op de relatie tussen overheid en burger. Doel is om de kwaliteit van toekomstige parlementaire besluitvorming te verbeteren.
Het is voor het eerst in de geschiedenis dat de Senaat gebruikmaakt van zijn enquêterecht, dat in 1887 werd ingesteld. Van een echte enquête met verhoren onder ede is echter nog geen sprake. De gekozen vorm van een parlementair onderzoek kent geen verhoor onder ede.
Behalve Kuiper zitten in de commissie ook de oud-ministers Frank de Grave (VVD) en Guusje ter Horst (PvdA), en Marijke Vos van GroenLinks, die eerder in de Tweede Kamer de parlementaire enquête bouwnijverheid voorzat. De commissie verwacht haar eindrapport in het najaar te presenteren.