Onverwacht nieuw succes Wilders opmaat voor politieke chaos
Wilders leek zijn eigen glazen in te gooien toen hij wegliep uit het Catshuis. Zijn populistische strategie blijkt echter opnieuw succesvol. Met grote politieke instabiliteit als gevolg.
Iedereen dacht dat PVV-leider Wilders in april een grote fout maakte toen hij onverwacht het Catshuisberaad verliet. Nu wordt echter steeds duidelijker dat hij zich bijna ideaal gepositioneerd heeft voor de verkiezingen in september. In april leek hij nog de man die zich niet aan zijn woord hield, iemand die op het allerlaatste moment wegliep terwijl anderen dachten dat ze een afspraak met hem hadden, terwijl de smoes voor dat opstappen al te doorzichtig was. Ineens werd Europa erbij gesleept, zaten we te bezuinigen omdat anonieme krachten in Brussel ons daartoe dwongen, en zouden onze ouderen daarvan de dupe worden. Daar paste hij voor, en daarom liep hij weg. En iedereen dacht (hoopte) dat Wilders daarmee zijn eerste grote fout maakte en zijn eigen neergang had ingezet.
Maar tot nu toe is het anders gelopen. Zijn kiezers hebben Wilders niet afgestraft. In de peilingen is hij groter dan de VVD. Heeft Wilders dus geluk gehad dat hij op het laatste moment het juiste excuus voor zijn vertrek verzon en is hij zelf verrast door deze nieuwe wending in zijn toch al opzienbarende politieke carrière? Of was er sprake van strategie?
Het vorige minderheidskabinet van VVD en CDA dat door Wilders’ PVV werd gedoogd, was een spannend en noodzakelijk experiment. Wilders, die in de zomer van 2004 uit de VVD stapte en toen zijn eigen beweging begon, was van 9 zetels in 2006 naar 24 zetels gegroeid. Het populisme bleek een blijvertje. Het was anti-elitair: het verweet Den Haag in een eigen wereldje opgesloten te zitten en de ogen te sluiten voor de dagelijkse problemen van gewone, hardwerkende Nederlanders: de ravages van het multiculturalisme, de onveiligheid, de financieel-economische onzekerheid. Met zijn agenda heeft Wilders iets benoemd wat anderen, vervreemd van het gewone leven, hadden nagelaten. In 2010 was voor de andere partijen het moment aangebroken om Wilders daarvoor, op dit punt dus, gul en ruiterlijk erkenning te geven. Die erkenning had vervolgens moeten leiden tot een constructieve opstelling bij Wilders. Geen kritiek meer van de buitenstaander aan de zijlijn, maar actieve deelname aan oplossingen voor de vraagstukken die hij had benoemd.
Slechte vorm
Deze pacificatie is vanaf het begin de bedoeling geweest. En zij had ook kunnen lukken. Maar niet in tijden van economische neergang. Als gevolg van de crisis stond het kabinet-Rutte voor de taak om eerst 18 miljard en daarna nog eens 15 miljard te bezuinigen. Wilders heeft voor die eerste ronde getekend en zich aan dat woord gehouden. Maar voor hem stond er weinig tegenover. Het punt waarop hij zich vooral had willen laten zien, immigratie en integratie, is grotendeels aan Europa verkwanseld, met als gevolg een minister Leers die zijn handen met regelmaat wanhopig ten hemel hief. Wilders moest geven en kreeg weinig terug. En hij weet ook wel dat deze ronde (die uiteindelijk in dat lenteakkoord heeft geresulteerd) zeker de laatste niet zal zijn. Als Spanje omrolt of een ander land straks aan de beurt is, zitten ze weer in het Catshuis voor de volgende 15 miljard.
Wilders leek in april slecht in vorm. Hij had Roemer van de SP verkeerd aangevallen, en zijn kritiek op het hoofddoekje van de koningin tijdens een staatsbezoek bleek ook een beetje te wild. Die slechte vorm leek zich te bevestigen in zijn besluit de deuren van het Catshuis achter zich terug te trekken. Maar dat besluit bleek een keerpunt. Wilders heeft zijn vorm hervonden en legt opnieuw een bewijs van briljant politiek instinct af dat zelfs zijn grootste tegenstanders hem niet kunnen ontzeggen.
Campagne
Want Wilders weet ook dat de partijen weliswaar de maand juni zullen gebruiken om zich te positioneren voor de verkiezingen van dit najaar, maar dat de campagne voorlopig uitblijft. Die zal kort, hevig en vilein zijn, en niet eerder dan half, eind augustus beginnen. Een week of drie dus. En in die drie weken hoeft Wilders alleen maar een stuk of vijf argumenten tegen de Europese Unie te herhalen: dat die lui in Brussel onze polder onder willen laten lopen, ons aan absurde begrotingscriteria houden, ons verbieden zelf te bepalen wie wij dit land binnenlaten en hoe we die nieuwkomers integreren, en ons dwingen tot een beleid waarbij we geld afpakken van onze ouderen om doorbrengers elders in Europa weer de winter door te helpen. Het lijdt geen twijfel dat hij met deze boodschap zeer succesvol zal zijn.
En dan doemt het scenario op van een populistisch blok (de SP op links, de PVV op rechts-links) van meer dan 50 zetels, en hebben de anderen 100 zetels over om een coalitie van ten minste 76 zetels uit te smeden. Dat zal geen sinecure blijken. Zo’n nieuw kabinet zal bij voorbaat instabiel blijken, en voor vergaande hervormingen en bezuinigingen moeten tekenen, kritisch gevolgd door een populistische oppositie die zich inhoudelijk voor het regeren heeft gediskwalificeerd, maar gesteund wordt door een breed gedragen sentiment van onzekerheid en wrok onder de bevolking. De grote kladderadatsch doet zich als mogelijkheid levensgroot aan ons voor.
Het is hoogst spijtig dat het zo is gelopen. Het populisme blijft een vreemd, onaangepast en oninpasbaar lichaam. Het populisme groeit maar heeft geen boodschap en politieke organisatie kunnen ontwikkelen waarmee de steun van het volk in nieuwe politiek kan worden omgezet. Populisme is meer dan ooit de keuze voor de confrontatie, het wachten op de klap en kijken wat er dan gebeurt. Het is onvermogen en wanhoop.