Analyse: CDA op zoek naar radicale middenkoers
DEN HAAG – Het CDA ziet zichzelf als een partij van het „radicale midden”. Het blijkt moeilijk om dat concreet in te vullen. En hoeveel kiezers zitten daarop te wachten?
Vrijdag presenteerde het CDA het ontwerpverkiezingsprogramma ”Iedereen” met het oog op de stembusgang voor de Tweede Kamer op 12 september aanstaande. Dat programma zou invulling moeten geven aan de koers die het Strategisch Beraad onder leiding van oud-minister De Geus uitstippelde.
”Kiezen en verbinden - politieke visie vanuit het radicale midden”, zo luidde de titel van het rapport van de commissie-De Geus. Het CDA wilde zich na het avontuur met VVD en PVV weer in het politieke midden nestelen. De partij moet niet geloven in de dogma’s van links en rechts, maar kiezen voor het „radicale midden”, zo stelde De Geus begin dit jaar.
Nu het concept-verkiezingsprogramma er ligt, blijkt het heel lastig om het radicale midden concreet inhoud te geven. En dat is begrijpelijk. De term radicaal midden is eigenlijk een contradictio in terminis; vrij vertaald: een tegenstelling in zichzelf. Radicaal en midden horen nu eenmaal niet bij elkaar. Blijkbaar heeft het CDA dat ook ingezien, want de term radicaal midden komt in het verkiezingsprogramma niet voor. Wel wordt er gesproken over het meer neutrale „nieuwe midden”, maar dat komt een stuk minder sprankelend en uitdagend over.
Vanuit het nieuwe midden heeft het CDA een aantal aardige punten in het verkiezingsprogramma opgenomen over bonussen voor mensen die hun huis vervroegd aflossen, over de invoering van een vlaktaks met solidariteitsheffing voor de hogere inkomens, een aangepaste kilometerheffing en inzet op duurzame energie. Het CDA ziet zichzelf als dé familie- en gezinspartij.
De grote vraag is of het CDA zich met dit programma zo gaat onderscheiden dat ze het verlies van 20 zetels uit 2010 gaat goed maken. Op dit moment ziet het daar niet naar uit. Daarvoor zijn tenminste twee redenen.
De eerste heeft te maken met de tijd waarin we leven. De versplintering en polarisering zijn nog volop gaande. In zo’n klimaat gedijt een middenpartij niet; die is even niet in de mode.
Daarbij komt voor het CDA nog een ander probleem. Daar legden onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen vrijdag de vinger bij. In het jongste nummer van het tijdschrift Religie en Samenleving staat dat de ontkerkelijking sinds 1980 heeft gezorgd voor een structureel verlies van 9 tot 10 zetels. Verder blijkt dat mensen die wel tot een kerk behoren sinds 1994 niet langer per definitie CDA stemmen. Daardoor verlies de partij nog eens 10 tot 14 zetels.
Het perspectief voor het CDA is weinig rooskleurig.