School haalt urennorm vaker niet
DEN HAAG – Het aantal scholen in het voortgezet onderwijs dat in alle leerjaren voldoende onderwijstijd weet aan te bieden, is in 2011 voor het eerst sinds jaren niet gegroeid.
In een vrijdag verschenen onderzoek concludeert de onderwijsinspectie dat „de positieve ontwikkeling van de afgelopen jaren op het gebied van onderwijstijd in het voortgezet onderwijs stagneert.”
Volgens de inspectie lijkt „het effect van de aangepaste norm van 1040 uren in de onderbouw naar 1000 uren” te zijn uitgewerkt en zal „een deel van de scholen zich extra moeten inspannen om aan de norm te voldoen.”
Steeg het aantal scholen dat de norm haalde van 2008 tot 2010 nog, in 2011 daalde het aandeel van 80 naar 77 procent, aldus de studie. Bij de havoscholen was er zelfs een teruggang te zien. Daar wordt de urennorm slechts in de helft van de gevallen gehaald. In het praktijkonderwijs is dat 100 procent, bij het vmbo 88 procent en het vwo 64 procent.
Het gemiddelde aantal uren dat de scholen die een ‘onvoldoende’ scoren te weinig lesgeven, is in 2011 wel verder teruggelopen, aldus de inspectie.
De inspectie concludeert verder dat scholen nog altijd weinig initiatief nemen voor het agenderen van nieuwe onderwijsactiviteiten en dat er ook te weinig wordt overlegd door de schoolleiding met ouders en leerlingen. „Op de scholen die overleg voeren met ouders, leerlingen en leraren over de invulling van onderwijstijd gaat het doorgaans over vormen die al passen binnen het geldende beoordelingskader”, aldus de inspectie.