Biobrandstoffen putten fosfaatvoorraad uit
WAGENINGEN (ANP) – De kosten van fosfaatuitputting door biobrandstoffen zijn veel groter dan de winst die wordt gepakt op de vermeden uitstoot van CO2. Het gebruik van grote hoeveelheden fosfaat brengt namelijk de toekomstige voedselproductie in gevaar. Dat blijkt uit een onderzoek van de Wageningen University.
Biobrandstoffen worden gewonnen uit planten als suikerbieten, maïs, tarwe en koolzaad. De gewonnen brandstof wordt, naar Europese richtlijnen, bijgemengd in traditionele benzine en diesel. Dat levert een verminderde uitstoot van CO2 op.
De planten groeien echter dankzij kunstmest en daarvan is fosfaat een belangrijke grondstof. Nu wordt al 2 procent van de wereldproductie aan fosfaat gebruikt voor biobrandstof en de onderzoekers vrezen dat het percentage verder zal oplopen in de komende jaren.
„Er is onzekerheid over hoe lang de voorraad nog meegaat. Schattingen variëren van minder dan een eeuw tot enkele eeuwen. Hierdoor zal ook de voedselproductie wereldwijd in gevaar komen”, concludeert onderzoeker Lars Hein. „Minder fosfaat gebruiken voor het verbouwen van deze planten is echter geen optie, omdat je dan de grond uitput. Planten hebben fosfaat, en dus kunstmest, nodig.”
De wetenschappers adviseren om het bijmengen van biobrandstof bij benzine en diesel te herzien. „In de Europese Unie is daar een flinke discussie over gaande. Wij adviseren om de richtlijnen in ieder geval niet te verhogen”, zei Hein. In plaats daarvan betogen de wetenschappers dat er meer geïnvesteerd moet worden in duurzame energiebronnen als wind- en zonne-energie.