Ingrepen jaren ’80 waren nog forser
Diverse partijen spuiden donderdag kritiek op de extra bezuinigingen van het kabinet boven op de miljarden uit het regeerakkoord. Vooral de omvang van de maatregelen zou te fors zijn.
Begin jaren tachtig waren de ingrepen onder minister-president Lubbers evenwel stukken harder, aldus economen. In het regeerakkoord heeft het kabinet-Balkenende II afspraken gemaakt over bezuinigingen van 13 miljard euro. Donderdag kwam daar 4 miljard bovenop. Destijds werd 34 miljard gulden bezuinigd over een periode van vier jaar, omgerekend 15,5 miljard euro, rekent macro-econoom van ABN Amro Nico Klene voor. „Dat was 9 procent van het nationaal inkomen. De 17 miljard waar Zalm nu op staat, komt neer op 3,75 procent.”
Helemaal vergelijkbaar zijn de bedragen niet, omdat hierbij geen rekening is gehouden met uitgaven aan nieuw beleid en met overschrijdingen, zo merkt hij op. Maar ook door de economische omstandigheden gaat een vergelijking enigszins mank.
Begin jaren tachtig verkeerde Nederland in een diepe recessie die langer duurde dan de huidige economische neergang. Het Centraal Bureau voor de Statistiek liet onlangs weten dat het land de afgelopen drie kwartalen is geconfronteerd met een negatieve groei. „Een relatief lichte krimp”, is het commentaar van Aline Schuiling, econome bij Fortis Bank. In 1981 kromp de economie met 0,5 procent en in 1982 nog eens met 1,3 procent.
Voorts was de situatie op de arbeidsmarkt twintig jaar geleden tamelijk beroerd. Die kampte met structurele knelpunten. „De werkloosheid bedroeg toen meer dan 10 procent. De arbeidsmarkt is nu veel flexibeler geworden. De werkloosheid is met 5 procent nog steeds historisch laag”, aldus Schuiling.
Daarom was in de jaren tachtig de druk om fors te bezuinigen veel groter. Maar vooral de uit de hand gelopen overheidsfinanciën in combinatie met de hoge rentestand van meer dan 11 procent, noopte de toenmalige minister Ruding van Financiën diep te snijden. Geld lenen was voor de overheid erg duur.
Om de economie niet al te veel schade toe te brengen, werd destijds besloten het tekort met 2 procentpunt van het bbp per kabinetsperiode terug te dringen, aldus C. Sterks, hoogleraar economie van de publieke sector aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Dat betekende een half procentpuntje per jaar. Dat zou economisch nog verantwoord zijn, zo bleek ook achteraf.” In 1983 groeide de economie weer met 1,8 procent en in 1984 met 3,1 procent.