Vrijgelaten maar kinderen spoorloos en huis verwoest
MOYALE – De Ethiopische christen Tamirat Woldegorgis werd 25 april vrijgelaten. De blijdschap was van korte duur. Zijn kinderen van 6 en 15 jaar bleken vermist, zijn huis verwoest en zijn bezittingen geroofd. „Mijn leven is geruïneerd.”
Woldegorgis, lid van een Volle Evangeliekerk in Ethiopië, werd in augustus 2010 gearresteerd. Een moslim zou hem hebben betrapt bij het schrijven van „Jezus is Heer” in de producten van de textielfabriek waarvan hij baas was. Zijn islamitische zakenpartner beschuldigde hem van het schrijven van dezelfde tekst in een Koran, op een muur en op andere plaatsen, zo maakte Compass Direct onlangs bekend.
De ontheiliging van het heilige boek van de moslims kwam hem op drie jaar celstraf te staan. Die moest hij uitzitten in Jijiga, een stad waar de islamitische wetgeving, de sharia, van kracht is. In de gevangenis werd hij mishandeld om hem te dwingen zijn geloof te herroepen. Hij weigerde.
Het leven in de gevangenis in Jijiga is bijzonder zwaar, zegt Woldegorgis. Aan de gevangenisperiode hield hij een verlamd been over. „Ongeveer vijftig gevangenen waren opgesloten in een kleine cel. Het was echt overvol. Overleven in zo’n wrede gevangenis van Jijiga kan door de genade van God. Sommige van mijn celgenoten stierven.”
Hulp of morele steun van buiten de gevangenis kreeg Woldegorgis nauwelijks. Zijn vrouw was kort voor de valse aanklacht overleden en van zijn kinderen hoorde hij niets. Twee vrienden die op het politiebureau in Moyale informeerden naar hem werden twee weken gevangen gezet. Het lukte Woldegorgis’ advocaat om de celstraf met een jaar te bekorten. Bij zijn recente vrijlating kreeg hij zijn identiteitspapieren niet mee. De autoriteiten ontkenden daarmee zijn gevangenisstraf en gaven hem geen kans zijn leven weer op te bouwen.
Toen hij terugkwam in zijn dorp, was zijn huis vrijwel met de grond gelijk gemaakt. Een ambtenaar had het perceel gekocht. Waardevolle spullen waren geroofd. Een klacht indienen heeft tot op heden geen zin gehad. Integendeel, hij werd bedreigd. „We willen je in dit gebied niet meer zien. Je riskeert je leven.”
Inmiddels is Woldegorgis ondergedoken. Zijn zwaar gehavende leven opbouwen valt niet mee. „Ik heb geprobeerd mijn kinderen te vinden. Maar alles is tevergeefs. Ik heb mijn huis verloren, mijn kinderen en mijn gezondheid. Ik ben dakloos en ik loop mank. Mijn leven is geruïneerd.”