Kerk & religie

Voormalige DDR is nog onverminderd „goddeloos”

Veertien jaar na de val van de Berlijnse Muur is Oost-Duitsland nog net zo „goddeloos” als ten tijde van het communisme, constateert de Amerikaanse nieuwsdienst United Press International. Ze baseert zich op een nieuwe studie, uitgevoerd door de Konrad Adenauer Stichting.

Kerkredactie
22 August 2003 11:15Gewijzigd op 14 November 2020 00:30
BERLIJN – Slechts 20 procent van de Oost Duitsers gelooft in een persoonlijke God; 24 procent in „een hogere macht”, leert een onderzoek van de Konrad Adenauer Stichting. Uit de resultaten blijkt het „langetermijnsucces” van vier decennia communistisch
BERLIJN – Slechts 20 procent van de Oost Duitsers gelooft in een persoonlijke God; 24 procent in „een hogere macht”, leert een onderzoek van de Konrad Adenauer Stichting. Uit de resultaten blijkt het „langetermijnsucces” van vier decennia communistisch

Slechts 20 procent van de Oost-Duitsers gelooft in een persoonlijke God; 24 procent in „een hogere macht”, leert het onderzoek. In West-Duitsland liggen deze percentages op 30 en 40 procent. Bijna 60 procent van de Oost-Duitsers -tegenover 23 procent van hun buren- geeft aan nooit te hebben gebeden. Enige herinnering aan het christelijke (lutherse) verleden van Oost-Duitsland is er nog wel: bijna de helft van de inwoners is bekend met het Onze Vader (tegenover 76 procent van de West-Duitsers).

Uit deze resultaten blijkt het „langetermijnsucces” van vier decennia communistisch bewind in dat deel van Duitsland dat tot 1990 de Duitse Democratische Republiek (DDR) werd genoemd, schrijft Uwe Siemon-Netto, religiecorrespondent voor United Press International. Onder dat bewind werden christenen systematisch vervolgd; kregen zij zelden toestemming om een universiteit te bezoeken en was het hun verboden belangrijke functies te verwerven in de maatschappij.

Velen vluchtten; en van degenen die achterbleven verliet menigeen het ouderlijk geloof. „Ironisch genoeg echter vormden de kerken een veilige haven voor de overwegend seculiere oppositiegroepen die uiteindelijk de val van het communisme bewerkstelligden.”

Toch, hoewel volgens het onderzoek 39 procent van de Oost-Duitsers „in het geheel niet godsdienstig” is -in West-Duitsland is dat 13 procent- berichten kerkelijke leiders dat zij die vasthielden aan hun geloofsovertuiging meer betrokken zijn bij hun gemeenten en vaker een kerkdienst bezoeken dan hun „westelijke broeders.” In sommige delen van Oost-Duitsland nemen voorgangers een toename waar van het aantal niet-kerkleden dat een dienst bijwoont.

Tegelijk moet worden vastgesteld dat een en ander weinig impact lijkt te hebben op de opvattingen van de massa. Ruim 70 procent van de Oost-Duitsers verwerpt de christelijke visie dat de mens een schepsel is van God. In West-Duitsland gelooft 57 procent dat wel.

Duitsland telt momenteel zo’n 82 miljoen mensen. Van hen wonen er 66 miljoen in het westen, en 16 miljoen in de vroegere DDR.

Duitsers zijn veel minder religieus dan Amerikanen, constateert Siemon-Netto. „Ruwweg de helft van de Amerikanen is overtuigd van de basiswaarheden van het christendom, waaronder het geloof in de opstanding, de Drie-eenheid, de goddelijke en menselijke natuur van Christus, het laatste oordeel en het einde van de geschiedenis. Het merendeel van de Oost-Duitsers (tweederde) gelooft daar absoluut niet in.”

Vergelijkbaar met de Amerikaanse situatie is volgens de auteur het onderzoeksgegeven dat Duitsers niet willen dat de kerk zich al te veel bezighoudt met politieke zaken: bijna tweederde verklaart daar tegen te zijn. „Voor Duitsland is dit een opmerkelijk resultaat. Juist de staatsgerelateerde protestantse denominaties in dat land geven er immers vaak blijk van meer bezorgd te zijn over zaken van het hiernumaals dan van het hiernamaals, meer over ethische kwesties dan over God.”

Dat is echter niet wat het volk wil, zo blijkt uit de studie. „Volgens 98 procent van de Duitsers is de belangrijkste taak van de kerk het organiseren van erediensten; vervolgens de pastorale zorg (96 procent). En in een tijd dat het Duitse leger meer en meer actief wordt in risicogebieden als Afghanistan, Cambodja en de Hoorn van Afrika, wordt ook de geestelijke verzorging in dat leger belangrijker gevonden: 72 procent ziet hier een belangrijke taak voor de kerk liggen.”

Nóg een overeenkomst met Amerika, schrijft Siemon-Netto, is dat meer en meer Duitsers het belang gaan inzien van de lokale kerk - in plaats van de „denominale hiërarchie.” Waar tweederde aangeeft de namen van hun bisschoppen niet te weten, geeft eenzelfde percentage te kennen een persoonlijke band te hebben met de voorganger. Zo’n 54 procent voegt daar nog aan toe graag „meer en diepere gesprekken” met hem te willen hebben.

Dat geestelijken een opiniërende taak hebben als het gaat om politiek, is slechts de mening van 33 procent. Bijna 70 procent ziet liever dat zij persoonlijke kwesties aan de orde stellen, 56 procent geeft de voorkeur aan religieuze items. Siemon-Netto: „Hier zien we opnieuw de algemene trend in Duitsland: weg van de ’politieke geestelijkheid’ van het post-1960-tijdperk, richting een meer theologisch en pastoraal georiënteerde jongere generatie voorgangers.”

Die verandering komt geen moment te vroeg, stelt hij vast. „Er ligt een taak waar het gaat om de opkomende generatie. Veel West- en Oost-Duitse jongeren in de leeftijd van 16 tot 24 jaar zegt het christendom zo goed als niets meer, zo komt uit de studie naar voren. Circa 61 procent van hen kan het Onze Vader nog citeren; nog maar 30 procent beschouwt zichzelf als religieus.

Het christelijk geloof wordt in Duitsland nog slechts gedragen door de middelste en oudere generatie West-Duitsers.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer