Met de totstandkoming van het college komt een voorlopig einde aan de politieke problemen van de afgelopen maanden. Die begonnen toen de ChristenUnie en de Transparante Partij voor Algemeen Belang (T@B) eind juni het vertrouwen opzegden in PvdA-wethouder mr. K. H. May. CDA-wethouder G. Janssen ontliep een motie van wantrouwen omdat hij op dat moment ziek was.

ChristenUnie en T@B beschuldigden beide wethouders van gebrek aan vaardigheid op het gebied van openheid, betrokkenheid, transparantie en de voortgang met projecten. De SGP steunde de motie van wantrouwen. Uit loyaliteit stapte ook SGP-wethouder G. van Brenk op.

Tijdens de raadsvergadering van donderdagavond werd Van Brenk opnieuw beëdigd als wethouder, samen met C. de Jong van de ChristenUnie. Hoelang het college in de nieuwe samenstelling blijft zitten, is voor veel politieke partijen nog de vraag. Het is nog onduidelijk of CDA-wethouder Janssen blijft zitten en welke partij een vervanger voor hem levert wanneer hij opstapt. Bovendien speelt een rol dat het nieuwe college niet zonder meer een afspiegeling vormt van de Hardinxveldse samenleving.

Fractievoorzitter J. de Vos van de SGP is daar niet gelukkig mee. „Gezien de verhoudingen in de raad had het college moeten bestaan uit twee wethouders van de confessionele partijen en één uit een niet-confessionele partij.” Daar kwam het uiteindelijk niet van omdat de PvdA het daar niet mee eens was. De partij weigerde om die reden een kandidaat-wethouder ter beschikking te stellen.

Als het aan de PvdA had gelegen was er een college gekomen met CDA, ChristenUnie en PvdA. De socialisten voelen zich in de aanloop naar de bestuurscrisis bedrogen door de SGP. „Waarom heeft de SGP niet openlijk gesproken met de coalitiepartijen over de wethouders”, vroeg PvdA-fractievoorzitter Sluimer zich af. Hij vindt dat de SGP achter de rug van zijn partij heeft samengespannen met de oppositie.