Uitslag eerste vrije presidentsverkiezing Egypte is grote verrassing
CAÏRO – De uitslag van de eerste vrije presidentsverkiezing in Egypte van vorige week noodzaakt een tweede ronde op 16 en 17 juni. Het resultaat van vorige week vormt een volslagen verrassing.
Beide winnende kandidaten (Mohamed Mursi en Ahmed Shafiq) behaalden ongeveer een kwart van de stemmen. De liberale Hamdeen Sabahi kreeg iets meer dan 20 procent van de stemmen. De moderne islamiet Abul Fotuh en voormalig secretaris van de Arabische Liga Mussa eindigden als vierde en vijfde.
De onverwacht snelle opkomst van Sabahi, een nasserist, is de grootste verrassing van de beladen verkiezingen. Sabahi won vrij gemakkelijk in de twee grootste steden van het land, Caïro en Alexandrië. In Alexandrië kreeg hij maar liefst 34,2 procent van de stemmen. Dat was verrassend omdat Alexandrië lang werd gezien als een belangrijk bolwerk van de moslimbroederschap.
Ook in Caïro behaalde Sabahi een ruime overwinning, met 35 procent van de stemmen, gevolgd door Shafiq met 26 procent en Mursi met 21 procent.
De uitslag van de presidentsverkiezingen kwam als een grote verrassing. Wekenlang lagen Amr Mussa en Abul Fotuh in de peilingen ruim voor op de andere presidentskandidaten. Daarom gingen deze twee op televisiemet elkaar in debat.
Mussa was als minister van Buitenlandse Zaken van Egypte (1991-2001) populair, omdat hij opkwam voor de waardigheid van Egypte en de Arabische landen. Tijdens de Egyptische opstand van vorig jaar was Mussa de eerste hoogwaardigheidsbekleder die zijn solidariteit betuigde met de demonstranten op het Tahrirplein. Hij leek de ideale, charismatische kandidaat om het land uit het moeras te trekken. Vermoedelijk zou hij in staat zijn geweest om te gaan met zowel de militaire leiders als het door moslims gedomineerde parlement.
Uiteindelijk koos Egypte voor herstel van stabiliteit, en dus voor Shafiq. Zowel de aanhangers van oud-president Mubarak als de armen kozen voor een krachtige kandidaat, die „de revolutionaire herrieschoppers en de moslimbroederschap stevig zou aanpakken.”
Ook een groot deel van de koptische christenen stemde op Shafiq. Ze waren bang dat Mussa niet sterk genoeg zou zijn om de opmars van de islamisten te stuiten.
De kopten vrezen dat de islamisten uit zijn op volledige zeggenschap over het land, een algehele islamisering, en zelfs de heroprichting van het islamitisch kalifaat. Alleen Shafiq was volgens de koptische leiders sterk genoeg om de islamisten aan banden te leggen. Een ander deel van de koptische kiezers stemde op de liberale Sabahi.
De presidentsverkiezingen van vorige week lieten opnieuw zien dat het oude netwerk van Mubarakaanhangers nog springlevend is. Dat is niet zo vreemd. De regerende Nationale Democratische Partij (NDP) van Mubarak was nooit een politieke partij in de ware zin van het woord. Het was een staatsnetwerk.
Alleen kan zo verklaard worden waarom iemand van het voormalige regime, die wordt beschuldigd van corruptie, schijnbaar moeiteloos kan doordringen tot de tweede ronde van de presidentsverkiezingen.
Natuurlijk is het onnozel te denken dat de moslimbroederschap, met haar enorme politieke en sociale netwerk en grote organisatorische ervaring, niet in staat zou zijn de meeste stemmen voor haar kandidaat in de wacht te slepen. Toch is de overwinning van Mursi net zo verrassend als het verlies van Mussa.
De slechte uitslag voor de broederschap bij de eerder gehouden parlementsverkiezingen heeft de partij geen goed gedaan. Maar ondanks de peilingen heeft haar kandidaat toch de eerste plaats behaald, hoewel het absolute aantal stemmen voor de partij overigens werd gehalveerd. Maar door de lage opkomst bij de verkiezingen eindigde ze toch als eerste.
Voor de revolutionairen van het eerste uur is deze uitslag het slechtst denkbare scenario. In de tweede ronde kan worden gekozen tussen een fundamentalistische moslim en een iemand van het oude regime. Daarmee lijkt de liberale revolutie verdwenen.
Toch hoeft deze uitslag geen teken te zijn van verval. Het kan ook de laatste stuiptrekking zijn van zowel de broederschap als de oude politiestaat.