Taylor: van bendeleider tot berecht president
MONROVIA (ANP) – De in 1948 in Monrovia, de hoofdstad van het West-Afrikaanse Liberia, geboren Charles Taylor domineerde met geweld het land van 1990 tot 2003. Hij plunderde de natuurlijke rijkdommen en vrijwel al die tijd bemoeide hij zich uit winstbejag met het buurland Sierra Leone.
Taylor verbleef eind jaren '70 in de VS en keerde begin 1980 terug naar Monrovia waar een coup werd gepleegd. Hij kreeg van de 28-jarige couppleger, sergeant Samuel Doe, een belangrijke post. Maar in 1983 vluchtte Taylor het land uit, beschuldigd van verduistering. Hij werd in de VS opgepakt, maar wist in 1985 te ontsnappen.
Het doen en laten van Taylor in de volgende jaren is onduidelijk. Aangenomen wordt dat hij in het Libië van kolonel Kaddafi is geweest en er is getraind als guerrillastrijder. Taylor zou daar bevriend zijn geraakt met Foday Sankoy uit Sierra Leone.
De twee zouden later naam maken als verantwoordelijken voor de gruwelen die in Sierra Leone werden gepleegd. Ondanks het feit dat Taylor in eigen land onder meer de hand had in de dood van 150.000 tot 200.000 mensen in de jaren 1990-1997, brachten uiteindelijk de slachtingen in Sierra Leone hem achter de tralies van het Speciale Hof voor Sierra Leone (SCSL).
Sankoh begon daar in 1991 met vechten. Zijn bende heette Verenigd Revolutionair Front (RUF) en pleegde wreedheden in een orgie van geweld die negen jaar duurde en met ‘bloeddiamanten’ werd gefinancierd.
Taylor nam diamanten af in ruil voor geld en wapens. Hij was in 1997 president van Liberia geworden na daar 6 jaar lang terreur te hebben gezaaid. Hij was eind 1989 in het noorden opgedoken met een groep getrainde vechtersbazen. Ze bereikten in juli 1990 de hoofdstad waar ook een vredesmacht uit West-Afrika was gelegerd. Taylor zocht toen maar een andere uitvalsbasis, Gbarnga, 170 kilometer ten noordoosten van Monrovia.
Hij bleef zijn tegenstanders bevechten en dreef handel in onder meer hout, goud en diamant. Hij kreeg circa vier vijfde van het land in handen en werd de rijkste man van Liberia. Dat kwam van pas toen er in 1996 onder Nigeriaanse druk een vredesakkoord kwam en in 1997 presidentsverkiezingen. Hij won de omstreden stembusgang. President Taylor beschouwde nu heel het land als wingewest.
Het zijn vooral de VS geweest die zijn val organiseerden met hyperactieve VN-diplomatie. Die draaide om Taylors rol als peetvader en dealer van Sankoh. De Veiligheidsraad sprak al in 2000 over de oprichting van een tribunaal voor Sierra Leone. Er kwamen een wapenembargo en andere sancties tegen Liberia.
Tegenstanders van Taylor rukten ondertussen vanuit het noorden op en de president vluchtte in 2003 naar Nigeria. Daar werd hij in 2006 vermomd getraceerd bij een grensovergang en uitgeleverd aan het SCSL.