Schotse prediker Mackenzie nam geen vakantie maar preekte
Op Hervormingsdag 1900 trokken twee lange stoeten door de straten van de Schotse hoofdstad Edinburgh op weg naar de Waverley Market.
Daar stond een provisorische hal gereed die plaats bood aan de honderden afgevaardigden van de twee grootste afgescheiden kerken van het land: de Free Church en de United Presbyterian Church. De vereniging van deze denominaties tot de United Free Church werd beklonken. Duizenden toeschouwers waren getuige van deze grootste kerkelijke fusie in de bewogen kerkelijke historie van Schotland.
Een felle tegenstander van het fusieproces was Murdo Mackenzie (1835-1912), predikant van de Free Church te Inverness. Op 26 mei is het honderd jaar geleden dat deze Mackenzie overleed.
Bezwaren
Mackenzie was de spreekbuis van een kleine minderheid van de Free Church die niet met de vereniging van 1900 meeging. Op de dag vóór de fusie gaf hij voor de Assembly (nationale synode) van de Free Church luid en duidelijk aan wat zijn bezwaren waren, waarmee hij zich de woede van preses Robert Rainy op de hals haalde. De ongewijzigde Geloofsbelijdenis van Westminster uit 1646 was naar de mening van zijn aanhangers niet de basis van de nieuwe kerk. Een kleine groep predikanten en ouderlingen ging daarom niet mee met de processie naar Waverley Market, maar toog naar de oude Assembly Hall op de Mound om daar de Free Church voort te zetten. Het ijzeren toegangshek bleek echter gesloten en werd door de politie bewaakt. Onverrichter zake verliet de groep de Mound en liet notarieel protest tegen de fusie aantekenen. Een commissie werd ingesteld om een claim te leggen op de kerkelijke goederen.
Het proces (dat in een appelzaak bij het Hogerhuis in een glansrijke overwinning voor de bezwaarden eindigde) leidde tot het praktische probleem dat de Wee Free’s (de uitgedunde Free Church) onmogelijk alle kerkgebouwen kon beheren. Na onderhandelingen met de United Free Church kwam het tot een akkoord. Het hoge administratieve centrum van de voormalige kerk werd het nieuwe onderkomen van de predikantenopleiding van de Free Church. De St. Columba’s kerk in de hoofdstad werd teruggegeven aan de Free Church en ‘omgedoopt’ tot Assembly Hall, waar de synode kon vergaderen. En Mackenzie kreeg zijn imposante Free North Church aan de rivier de Ness in Inverness terug. De kerk was tijdens zijn bediening in deze stad gebouwd.
Geestelijk verval
Na de grote fusie ging het geestelijk verval in het land in snel tempo voort. In de Hooglanden (Highlands) koos een belangrijk deel van het kerkvolk voor de voormalige Free Church. Met de reeds bestaande Free Presbyterian Church koos men voor het klassieke belijden. In de Lowlands volgde men bijna overal de koers die getekend werd door verschraling van het geestelijk leven en afkalving van het confessioneel belijden.
Het type vroomheid dat in de Hooglanden bewaard was gebleven en tijdens de bloeitijd van de Schotse kerk op veel plaatsen werd gevonden, was vooral in het zuiden van Schotland op zijn retour. Een nieuwe vorm van evangelicalisme dat afstand nam van de klassieke thema’s van zonde en genade, was er dominant geworden. Dit proces ging veelal gepaard met een groeiende sympathie voor Bijbelkritiek en evolutionisme.
De gefuseerde kerken hadden in een eerder stadium een ”Declaratory Act” aangenomen, die eigentijdse interpretaties gaf aan wat de Belijdenis van Westminster leert over de predestinatie en de reikwijdte van de verzoening.
Bijbelse bevinding
Murdo Mackenzie was een exponent van de ”Highland Piety” (de vroomheid van de Hooglanden), waarbij de nadruk valt op wedergeboorte en Bijbelse bevinding. Hij groeide op in een gezin in Lochcarron, de plaats waar de legendarische predikant Lachlan Mackenzie (1754-1819, geen familie) jarenlang een stempel had gedrukt. Toen hij dertien jaar was ging Murdo naar Inverness om er voortgezet onderwijs te volgen. Na een tijd lang in Kiltarlity schoolmeester geweest te zijn, ging hij naar de universiteit van Aberdeen.
Theologie studeerde hij vervolgens aan het New College in Edinburgh en aan het Free Church College in Glasgow. Nadat hij in het pastoraat werkzaam was geweest in Clachan en Kilmallie –beide in de Hooglanden gelegen– nam hij in 1887 een beroep als predikant aan naar Inverness.
Een hoogtepunt in het kerkelijk leven was de opening van een nieuw kerkgebouw aan de rivier de Ness in juni 1893. De grote kerkzaal bood plaats aan 1360 hoorders. Hier preekte Mackenzie tot aan zijn dood in 1912.
Avondmaal
Mackenzies preken gaven voedsel aan Gods kinderen, zowel in zijn eigen gemeente als daarbuiten. De zogenaamde Communion Seasons, de halfjaarlijkse avondmaalsgelegenheden die vijf dagen duurden, gaven hem de gelegenheid ook elders voor te gaan. Deze Communion Seasons waren hoogtepunten in het kerkelijk jaar, dat in de Schotse traditie geen feestdagen kende. Op de vrijdag was de Question Meeting, waar de ”Men” (geoefende vromen) het woord voerden om aan de hand van een door de predikant opgegeven tekst kenmerken van genade te omschrijven. Mackenzie voelde zich met deze ”Men” in de Hooglanden verbonden, al stond hij sceptisch tegenover sommigen onder hen die predikanten en kerk op de korrel namen. Mackenzie dacht kerkelijk en nam afstand van de zogenaamde ”Separatists” onder de Men die zelf thuis samenkomsten hielden, omdat de kerk in hun ogen in diep verval was.
Puriteinen
Mackenzie was vooral gevormd door Alexander MacColl, predikant op het eiland Skye, met wie hij in zijn studietijd puriteinse geschriften las. Vooral de diepgeestelijke boeken van de Britse predikant Thomas Goodwin (1600-1680) spraken hem erg aan. De bevindelijke toonzetting was ook in de preken van Mackenzie goed merkbaar. Op de preekstoel was hij in zijn element. Zijn wijze van preken was krachtig, appellerend en onderscheidend. Evenals zijn meer bekende tijdgenoot dr. John Kennedy van Dingwall wist hij het snode van het kostelijke te onderscheiden.
Daar hij zowel het Gaelic, de taal van de Hooglanden, als het Engels beheerste, kon Mackenzie in alle gemeenten voorgaan. In de Free Church was hij een man van aanzien naar wie werd geluisterd. Op kerkelijke vergaderingen was hij de spreekbuis van hen die de klassieke Schotse thema’s van zonde en genade hooghielden.
Mackenzie voelde zich ook verbonden met de mannen als William Cunningham en George Smeaton uit de begintijd van de Free Church, die in 1843 was ontstaan na afscheiding van de Church of Scotland (Disruption).
Reizen
Evenals verschillende tijdgenoten maakte Mackenzie diverse buitenlandse reizen, naar onder meer Canada, Israël en de Verenigde Staten. De stoomboten zorgden ten opzichte van de zeilschepen voor een aanzienlijke beperking van de reistijd, waarvan ook kerkelijk leiders dankbaar gebruikmaakten. Een hoogtepunt voor Mackenzie was de reis naar Toronto (Canada) in 1892 als een van de afgevaardigden van de Free Church op het zogenaamde Pan-Presbyterian Council, een internationale ‘synode’ van presbyteriaanse kerken. Het stoomschip City of Rome was „als een drijvende stad, want het had een bevolking van ongeveer 1600 zielen aan boord…” zo tekende Mackenzie op in zijn reisverslag.
Volgens zijn vrouw, die zijn leven beschreef, geloofde haar man niet in het nut van een jaarlijkse vakantie. „Hij hield ervan om zijn eigen preekstoel in vakantietijd te bezetten…” De reizen die hij maakte waren doorgaans langer dan de zomervakanties duurden.
In 1897 werd Mackenzie getroffen door een hevige aanval van reuma. De dokter adviseerde hem om voor langere tijd een beter klimaat op te zoeken dan de regenachtige Hooglanden boden. Het werd een reis naar het Heilige Land, die veel indruk op hem maakte.
Liberaal
Enkele jaren vóór de grote fusie van 1900 namen de zorgen over de Free Church toe. Heel verontrustend vond Mackenzie dat hoogleraren als Marcus Dods de hand boven het hoofd werd gehouden. Dods waagde het zelfs om de godheid van Christus ter discussie te stellen. Mackenzie sprak op de Assembly van 1892 zijn ongenoegen uit over de slappe aanpak van de liberale hoogleraar. Hij vroeg de eerwaarde ‘broeders’ of dat het Evangelie was „dat het grote Hoofd van de Kerk en de Free Church van Schotland hem hadden opgedragen te preken…”
De fusie zelf vond hij een droevige gebeurtenis, maar deze betekende voor hem en voor de voortgezette Free Church een „bevrijding” van hen die een liberale theologie voorstonden.
Mackenzies laatste levensjaren waren niet zonder zorgen. In juli 1909 overleed zijn dochter Lalla en drie jaar daarna kwam zijn levenseinde. De begrafenis was indrukwekkend. Een lange stoet volgde de baar vanaf de Free North Church naar de Tomnahurich-begraafplaats in Inverness. In de nieuws- en kerkbladen werden zijn grote gaven geprezen. De redacteur van de Free Church Record voegt hieraan toe: „Maar Murdo Mackenzie, de man Gods, was groter dan een prediker. Hij was bij uitstek een man van gebed en of hij nu in kerkelijk gezelschap was –bij een Avondmaalsgelegenheid of aan boord van een Atlantisch schip– dan was hij zo opvallend met de dingen van zijn Vader bezig dat zij die op hem letten konden zien dat hij met Jezus was geweest.”
Uit een preek over Openbaring 3:20
„U zegt: „Ik kan mijn hart niet openen. Ik heb geen macht en geen wil. Hoe kan ik dan de Zaligmaker ontvangen?” Dit is waar, mijn beste hoorders, dat u uw eigen harten niet kunt openen en als ik voortga om u te bewegen om dit te doen, besef ik dit terdege. Maar bedenk dan wel dat er een verschil is tussen dit te geloven als een geloofsartikel en hiervan door de Geest van God overtuigd te worden. Als u dit alleen nazegt als een geloofsartikel waarin u getraind bent, dan kunt u dit rustig doen. Maar als de Geest van God dit bij u indrukt en u de ellendige toestand waarin u zich bevindt, met de duivel in u en Christus buiten u, gaat beseffen, wat is dan de uitwerking? Het hart wordt dan geraakt en u hebt geen rust meer. U wilt aan Zijn voetbank komen en uitroepen: „Schep mij een rein hart en open mijn hart.” U hebt de belofte: „Ik zal het stenen hart wegnemen en u een vlezen hart geven.” Zo zult u tot Christus komen om te doen wat Hij u beveelt te doen. U zult Christus uw onwilligheid, uw onbekwaamheid geven en zeggen: „Heere, U Die het hart van Lydia geopend hebt, open ook mijn hart en kom daarin.””
(Uit: ”Rev. Murdo Mackenzie. A memory by his wife”)