Struikelen over robotbeesten
Onontkoombaar begin je steeds meer te struikelen over de oprukkende robots. Niet meer alleen over rondslingerende speelgoedexemplaren, maar ook over grasmaairobots, stofzuigrobots en steunkous-aantrekrobots. En het blijft niet bij die laag-bij-de-grondse exemplaren. Nog even en je wordt ook van de sokken gereden door zelfstandig rijdende robotsauto’s. Of je krijgt, als ouderwetse chauffeur, een bon op je dak van een vliegende politierobot. Zulk autonoom vliegend tuig is dan uiteraard zelf weer gefabriceerd door ijverige productierobots. Voordat we er erg in hebben, creëren we een robotplaag.
De omstandigheden zijn ideaal voor een snelle ontwikkeling van kunstmatige wezens die zelfstandig handelingen kunnen uitvoeren. Bijna alles wat mens en dier aan zintuigen, ledematen, en coördinatie hebben, kan worden nagemaakt. Met gevoelige sensoren, sterke materialen, zuinige motortjes en slimme computer- en communicatietechnieken wordt het steeds gemakkelijker om rijdende, lopende, vliegende, en zwemmende robots in allerlei soorten en maten te maken.
Van leuk knutselspeelgoed evolueren ze tot praktisch zeer bruikbare arbeidskrachten. Robots doen werk waar weinig intelligentie voor nodig is, zoals stofzuigen. Of ze verrichten simpel te herhalen handelingen, zoals eieren inpakken of seriematig lassen. Maar in toenemende mate nemen ze ook ingewikkelde taken over van specialisten, zoals chirurgen.
Niet iedereen kijkt daarnaar uit, maar bedrijven zien dat wel zitten. Weg met te dure arbeidskrachten. Robots zijn goedkoper dan Chinezen, en je hoeft er ook geen loonbelasting voor te betalen. Goed voor de winst. Slecht voor de werkloosheid. Een halve eeuw geleden leek het nog zo leuk: robots zouden het vervelende werk gaan doen, zodat wij in luxe konden gaan luieren. Helaas, vergeten was dat baan en beloning bij elkaar horen. Nu blijken robots zelfs hoogopgeleide werknemers asociaal te gaan wegconcurreren. Een probleem voor de overheid: machtige multinationals betalen geen uitkeringen.
Financieel nog vervelender is dat wereldwijd kapitaalverkeer steeds meer aan softwarerobots wordt toevertrouwd. Geen mens kan die automatische beurshandel met duizenden transacties per seconde meer volgen. Zo’n oncontroleerbaar systeem krijgt griezelig veel economische invloed.
Ook bij andere taken begint de inzet van robots eng te worden. Een politierobot lijkt nog wel aardig, want zo’n ongevoelig ding incasseert rustig alle mogelijke synoniemen voor muggenzifter. Gevaarlijker wordt het bij militair gebruik. Zelfstandig dodende robots zijn voor vijand en vriend een gevaar, dus logisch is dat onderzocht wordt hoe je tegenstanders met bijvoorbeeld snerplawaai en hittepulsen tijdelijk buiten gevecht kunt stellen. Militaire robots mogen mensen wel pijn doen, maar ze wordt geen macht gegeven om te doden. Ze dienen te onderwerpen, niet te vernietigen.
Riskanter dan die afschrikwekkende monsters is echter de sluipende robotisering van onszelf. Klik voor klik worden we steeds meer verleid om ons aan apparatuur aan te passen. Met een appel als leidend symbool plukken we de vruchten van de kennis van goed en van kwaad, waarbij ons via googeltrucs de schijn van alwetendheid wordt voorgespiegeld. We beelden onszelf af als gelukkige goden, en vinden het belangrijker dat we nep in een fakebook staan dan echt in het boek des levens.
We verpatsen onze identiteit, en slinks wordt ons blikveld beperkt en ons gedrag gemanipuleerd. Bij draadloos bestuurde marionetten zie je immers niet wie of wat er aan de touwtjes trekt.
In de dagelijks praktijk zijn we helemaal verslaafd geraakt aan het kunstmatig geschapen schijnleven, aan onbezielde robots en aan onpersoonlijke systemen met inmiddels wereldwijd bereik. Het is een macht geworden, die net als een beest, wel een bepaald gedrag vertoont, maar niet ter verantwoording geroepen kan worden. Wanneer het tirannieke trekjes krijgt, wordt het gevaarlijker dan een aan een sterfelijk lichaam gebonden menselijke dictator. Een samenleving vol robots ontvluchten is lastig. Dan rest weinig anders dan de woestijn.
De auteur is adviserend ingenieur. Reageren? nietbijbroodalleen@refdag.nl