Kompier wilde daarom niet wachten tot een kort geding, dat donderdag voor de rechtbank in Groningen dient. Dat werd woensdagmiddag aangespannen door een deel van de asielzoekers in een poging ontruiming te voorkomen.

Het tentenkamp in Ter Apel begon ruim 2 weken geleden, op initiatief van een groep van 40 Irakezen die te horen hadden gekregen dat ze terug moeten naar hun land. Zij vinden terugkeer niet veilig. Ook Somaliërs, Iraniërs, Afghanen, Ethiopiërs en Sudanezen sloten zich bij de Irakezen aan. Voor de ontruiming bivakkeerden in het kamp bijna 400 mensen, die zeiden vastbesloten te zijn daar te blijven totdat minister Gerd Leers (Asiel) iets voor hen zou doen.

Woensdagochtend volgde de ommekeer. De ruim 200 Iraakse asielzoekers besloten hun actie te beëindigen nadat Leers dinsdag het aanbod had gedaan dat ze de komende weken opvang krijgen, in ieder geval tot hij half juni met zijn Iraakse ambtgenoot heeft gesproken over een „gewaarborgde terugkeer”. Ook enkele tientallen Afghanen maakten van het aanbod gebruik. Een groep van ruim 100 mensen, vooral Somaliërs en Iraniërs, weigerde en wilde in het kamp blijven.

Burgemeester Kompier besloot daarop op basis van een noodverordening in te grijpen. Toen met name de Somaliërs ook een laatste ultimatum naast zich neer hadden gelegd, greep de mobiele eenheid in. Die omsingelde het kamp en startte de ontruiming.

Er werden tussen de 110 en de 120 asielzoekers aangehouden en overgebracht naar een cellencomplex in de stad Groningen. Veel asielzoekers hebben aangekondigd donderdag terug te keren, mocht de rechter in het kort geding bepalen dat de ontruiming onrechtmatig was.