Debat over afluisteren
DEN HAAG (ANP) – De Tweede Kamer gaat debatteren over het afluisteren van telefoons in Nederland. Volgens het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum WODC gebeurt het in Nederland nog wel erg vaak, terwijl het minder effectief is bij de opsporing van misdrijven.
In 2010 werd het middel 22.000 keer ingezet door politie en justitie. Volgens het WODC gebruiken mensen tegenwoordig zoveel verschillende manieren om te communiceren dat informatie uit telefoongesprekken lang niet altijd volledig meer is. E-mailen, bellen via internet, chatten via de smartphone en sociale media maken het voor de opsporing steeds moeilijker om bij te blijven in de communicatiewereld van verdachten en criminelen.
Meerdere partijen hebben grote vragen over de kwestie. GroenLinks-Kamerlid Arjan el Fassed: „Uiteindelijk heeft niemand precies zicht op de toepassing van dit soort dwangmiddelen tegen verdachte én onverdachte burgers. Niet iedereen krijgt uiteindelijk door dat hij voorwerp van onderzoek is geweest en lang niet altijd velt uiteindelijk de onafhankelijke rechter een oordeel over de toelaatbaarheid ervan. Dat is ronduit zorgelijk.”
SP-Kamerlid Sharon Gesthuizen zegt dat uit onderzoek naar de effectiviteit van deze taps blijkt dat „hiermee nauwelijks boeven worden gevangen. Terwijl de privacy van onnodig veel mensen wordt geschonden en de regels niet goed worden nageleefd. Dat moet echt minder - en beter.”
„De regel dat iemand achteraf over de afluisterpraktijken moet worden ingelicht wordt vaak niet nageleefd. En als je al wordt geïnformeerd en je begrijpt niet waarom je bent afgeluisterd, dan kun je vervolgens nergens terecht. Dat kan echt niet, hierover moeten we heel snel in debat met de minister”, vindt de socialiste.