Dat blijkt uit cijfers van de Atlas voor Gemeenten, die woensdag wordt gepresenteerd in Zwolle. In deze atlas worden elk jaar de 50 grootste gemeenten van Nederland vergeleken op meer dan 50 verschillende punten, uiteenlopend van bevolkingsopbouw en veiligheid tot aan cultureel en culinair aanbod.

Behalve de Brabantse steden hebben ook groeigemeenten en sommige gemeenten in grensstreken het moeilijk. Almere en Lelystad hebben het aantal huishoudens onder de armoedegrens fors zien toenemen. Sittard-Geleen heeft niet alleen te maken met krimp door vergrijzing maar ook nog eens met fiks dalende huizenprijzen.

Emmen is voor het tweede jaar op rij de minst aantrekkelijke grote gemeente om te wonen. Ook Hilversum heeft een flinke duikeling gemaakt. Die stad stond tot 2001 nog in de top 10 van aantrekkelijkste gemeenten, maar komt nu niet verder dan plaats 29.

Amsterdam prijkt nog steeds bovenaan de lijst van aantrekkelijkste gemeenten, maar Den Bosch steekt de hoofdstad naar de kroon. Die gemeente heeft zijn aantrekkingskracht het meest weten te vergroten van alle 50 grote steden en staat nu op de derde plaats, achter Utrecht.

De Osse wethouder Jan van Loon herkent zich niet in het beeld over zijn stad. „De werkgelegenheid is gedaald. We hebben als industriestad natuurlijk klappen gehad maar het aantal geregistreerde werklozen is al jaren stabiel rond 7,7 procent”, zegt hij.

De Roosendaalse wethouder Hans Verbraak beaamt dat de zorgen groot zijn vanwege de economische crisis. In Roosendaal werken bijvoorbeeld veel bouwvakkers die hard worden getroffen. Maar de wethouder benadrukt dat de werkeloosheid nog onder het landelijk gemiddelde ligt en wijst bijvoorbeeld op berekeningen van het CBS die bewijzen dat de economie in Brabant het hardst van allemaal groeit.