Het kerklied in Duitsland na Luther
Kerkmusicus dr. Arie Eikelboom (Den Haag) is bezig de kennis die hij gedurende zijn werkzame leven opdeed op het terrein van kerkmuziek en hymnologie neer te leggen in een serie boeken: ”Hymnologie. Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk”. In hoog tempo volgen de afleveringen elkaar op.
In deel V beschrijft hij de ontwikkelingen in Duitsland in de tweede helft van de 16e eeuw op het gebied van het kerklied. Het gaat om de tijd na de dood van Luther, Melanchthon en Calvijn. In luthers Duitsland is men bezig de liederenschat van Luther en de zijnen te consolideren en aan te vullen met zondagsliederen die nog ontbreken. Ambrosius Lobwasser zorgt met zijn Duitse vertaling van het Geneefse Psalter (Leipzig 1573) voor tumult onder de lutheranen, wat tot gevolg heeft dat er van die kant lutherse psalmberijmingen verschijnen. De onderlinge twist tussen de volgelingen van de reformatoren is in sommige liederen te traceren. Tegelijk constateert Eikelboom een veranderende vroomheid, die terugkomt in inhoud en toon van de liederen.
Zo komen getuigenis, troost- en stervensliederen aan de orde. Philipp Nicolai (dichter van ”Wie schön leuchtet” en ”Wachet auf”) krijgt een apart hoofdstuk.
Eikelboom geeft veel inhoudelijke en musicologische informatie over de afzonderlijke liederen. Met behulp van de registers kan het boek daardoor als naslagwerk dienstdoen. De inleiding en de samenvatting zijn echter summier, waardoor het totaalbeeld en de samenhang te weinig uit de verf komen.
Boekgegevens
Hymnologie. Deel V: De ontwikkelingen in de tweede helft van de zestiende eeuw in Duitsland, Arie Eikelboom; uitg. in eigen beheer, Den Haag, 2012; ISBN 978 90 816827 4 9; € 24,95; bestellen: arie.eikelboom@wxs.nl