Vorige week had het Huis van Afgevaardigden het voorstel al goedgekeurd. Het intrekken van de amnestiewetten is nog niet definitief. Verwacht wordt dat tegenstanders naar het hooggerechtshof zullen stappen.

Mensenrechtengroepen pleiten al jaren voor nieuwe onderzoeken naar de misdaden die onder de militaire dictatuur zijn begaan. Voor hen betekent het afschaffen van de wetten een grote overwinning. Volgens officiële cijfers zijn in de jaren van de dictatuur ongeveer 9000 mensen vermist geraakt of gedood. Mensenrechtenactivisten houden het op zeker 30.000 slachtoffers.

Na het herstel van de democratie in 1983 werden veel hoge officieren vervolgd wegens betrokkenheid bij ontvoering, marteling en executie van linkse tegenstanders van het regime. Velen van hen verdwenen in 1985 achter de tralies, maar kregen in 1990 van toenmalig president Carlos Menem gratie, omdat de nationale verzoening daarmee zou zijn gediend. Na de eerste golf van processen ontstond in militaire kringen zo veel verzet tegen de berechting dat de regering zich gedwongen voelde daar een einde aan te maken. De nu geschrapte wetten, die dateren uit 1986 en 1987, waren het gevolg.

Afgelopen mei trad een nieuwe president aan, Nestor Kirchner, die zijn termijn begon met een reorganisatie van het militaire opperbevel. Hoge officieren die hun carrière waren begonnen gedurende de junta’s, moesten het veld ruimen.

Vorige maand kregen de voorstanders van intrekking van de amnestiewetten steun van een federale rechter, die 45 oud-officieren liet oppakken. Velen van hen worden in Spanje gezocht in verband met de verdwijning van Spaanse burgers in de jaren van de militaire dictatuur.

De militairen en hun verwanten zijn tegen intrekking van de amnestiewetten. Zij stellen dat veel junta-officieren hun vaderland dienden en hun plicht deden en dat het verleden beter met rust kan worden gelaten.