Politiek

Ophef over Europees noodfonds ESM

DEN HAAG – De Tweede Kamer spreekt, tot ongenoegen van PVV-leider Wilders, vanavond en morgen over het ESM: het permanente noodfonds voor kwakkelende eurolanden. Maar wat is dit voor fonds en waarom is er ophef over?

Marcel ten Broeke
22 May 2012 11:49Gewijzigd op 14 November 2020 21:12
ECB. beeld EPA
ECB. beeld EPA

Wat is het ESM (Europees Stabiliteits Mechanisme) precies?

In 2010, toen Griekenland grote begrotingsproblemen bleek te hebben, dachten Europese regeringsleiders nog dat de euro­crisis snel weer over zou waaien. Om Athene van noodleningen te kunnen voorzien, werd op 9 mei 2010 het EFSF opgericht, een tijdelijk noodfonds waarmee eurolanden uit de brand konden worden geholpen. Het fonds kreeg een omvang van 750 miljard euro, waarvan de eurolanden 440 miljard moesten opbrengen en de Europese Commissie en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) de rest. De eurolanden stortten geen echt geld in het fonds, maar gaven garanties af aan een speciaal investeringsvehikel dat het geld vervolgens leende op de kapitaalmarkt. 
Al snel bleek, door allerlei ingewikkelde randvoorwaarden, de leenkracht geen 750 maar slechts 250 miljard te zijn.

In 2011 besluiten de regeringsleiders om in 2013 een nieuw noodfonds op te tuigen dat onder meer dit probleem moet ondervangen doordat er deze keer wél echt geld door eurolanden in de stroppenpot wordt gestopt. In totaal gaat er 700 miljard euro in, waarvan 80 miljard aan cash en 620 miljard aan garanties. Nederland draagt circa 4,6 miljard bij en staat garant voor nog eens 35,5 miljard.

Waarom is al dat geld nu nog nodig? Griekenland, Ierland en Portugal hebben toch al noodsteun gekregen?

Dat klopt, maar de eurocrisis is nog niet voorbij. De grote angst van Europese regeringsleiders is dat de onrust over met name Griekenland overslaat naar grotere landen als Spanje en Italië. De rente die deze landen moeten betalen voor hun staatsschuld liep de afgelopen weken al steeds verder op. Lukt het Spanje en Italië hierdoor straks niet meer zichzelf te financieren, dan is de kans groot dat het Europese noodfonds moet worden aangesproken. Omdat deze landen zo groot zijn, gaat het dan ook gelijk om veel grotere bedragen dan bij Ierland, Portugal of Griekenland het geval was.

Heeft Nederland straks nog wel wat te zeggen over die pot?

Formeel gezien is unanieme besluitvorming het uitgangspunt voor de belangrijke beslissingen van het ESM. Dat betekent dat de complete raad van gouverneurs, die bestaat uit de ministers van Financiën van de deelnemende eurolanden, moet instemmen met de besluiten. In noodsituaties kan echter afgeweken worden van deze regel. Dan geldt een spoedstemprocedure, waarbij besluiten al kunnen worden genomen met een zogenoemde gekwalificeerde meerderheid van 85 procent van de stemmen. Dat betekent dat Nederland (met een aandeel van slechts 5,7 procent) in zijn eentje geen maatregelen kan blokkeren waar het niet achter staat. Duitsland, Frankrijk en Italië kunnen dat wel. Wanneer er sprake is van een spoedprocedure bepalen de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB).

De Tweede Kamer kan, doordat hij de regering controleert, de minister voor het Nederlandse aandeel in het ESM wel ter verantwoording roepen.

Waarom is er zo veel weerstand tegen het ESM?

De PVV is eigenlijk van meet af aan al tegen het verstrekken van noodsteun aan landen als Griekenland geweest. Ook de voorloper van het ESM, het EFSF, kreeg de PVV-handen niet op elkaar. Meer specifiek stelt Wilders dat door instemming met het ESM bevoegdheden aan Brussel worden overgedragen. Hij vindt dat stemmingen erover zouden moeten worden uitgesteld tot na de verkiezingen. Een ruime Kamermeerderheid (CDA, VVD, D66, GroenLinks en PvdA) vindt dat echter niet nodig en wil het ESM voor 1 juli ratificeren. Daarom wil de PVV via een kort geding tegen de staat, met hulp van advocaat Bram Moszkowicz, de stemming over het ESM van tafel krijgen.

Staat Wilders alleen in zijn kritiek?

Nee. Ook de SP en de Partij voor de Dieren willen niets weten van het ESM. CU-fractieleider Slob stelde vandaag ook voor­lopig niet in te willen stemmen met het fonds. Eerst moet er volgens hem duidelijkheid komen over wat er met het geld gebeurt en hoe exact de zeggenschap geregeld wordt. Slob wil dat er bij alle maatregelen van het fonds unanieme instemming vereist is, een zogenoemd vetorecht voor Nederland dus.

Ook de SGP is zeer kritisch over het ESM en zou de stemmingen erover graag uitstellen.

Verder lieten ook de Raad van State en Algemene Reken­kamer zich al uiterst kritisch uit over het permanente noodfonds, en dan met name over de beperkte controle­mogelijkheden. In een brandbrief aan de Tweede Kamer eerder dit jaar spreekt de Rekenkamer van „een belangrijke lacune” die raakt aan „het draagvlak in de samenleving voor de uitvoering van het ESM.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer