Relatie VS-Turkije is aan grondige herziening toe
Sinds de Koude Oorlog is er veel gebeurd in Turkije en omringende landen. Daarom moet Washington volgens de invloedrijke denktank Council on Foreign Relations een nieuw partnerschap aangaan met Ankara, schrijft Jim Lobe.
De Amerikaanse president Barack Obama en de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan moeten geregeld en bilateraal overleg plegen, zoals de VS dat met China en Israël doen. Beide landen moeten economisch ook veel nauwer samenwerken, bijvoorbeeld door over een vrijhandelsverdrag te onderhandelen.
Het zijn de belangrijkste aanbevelingen die de Council on Foreign Relations (CFR) doet in een nieuw rapport. Binnen de CFR heeft een werkgroep zich gebogen over de relaties met Turkije.
De leden erkennen dat Washington het oneens zal zijn met Ankara over een aantal belangrijke kwesties, zoals de politieke hervorming in Turkije en de Turkse relaties met Israël. Toch besluiten ze in het rapport dat „beleidsmakers het aan zichzelf verplicht zijn alles in het werk te stellen voor een strategische relatie met Turkije. Zo niet, dan missen we een historische kans om banden te smeden tussen Washington en Europa, de Levant, het Midden-Oosten en Afrika.”
De Amerikanen kijken met groeiende belangstelling naar de manier waarop Turkije in het afgelopen decennium traag maar zeker uitgroeide tot een economische wereldspeler. Turkije is ook een regionale grootmacht geworden, met invloed op de Arabische lente, op de crisis tussen Iran en het Westen, en op de olie- en gasbevoorrading naar Europa.
Tijdens de Koude Oorlog gold Turkije vooral als een trouw lid van de NAVO, dat strategisch belangrijk was om het ”Russische gevaar” in te dijken. Maar sinds de opmars van de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) in 2002 vaart het land een meer onafhankelijke koers in de wereld.
„Vandaag is Turkije voor de VS niet minder belangrijk dan de andere grote NAVO-leden Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië”, erkende de gewezen veiligheidsadviseur Zbigniew Brzezinski vorige week.
Brzezinski vindt ook, zoals de CFR in zijn rapport schrijft, dat de VS traag zijn om te erkennen hoe belangrijk Turkije geworden is. „Amerikaanse regeringsfunctionarissen, parlementsleden en het brede publiek begrijpen het belang van het nieuwe Turkije niet goed”, aldus het rapport.
Tegelijk komt er steeds meer kritiek vanuit Amerikaanse mensenrechtenorganisaties op de in- terne ontwikkelingen in Turkije. Vooral de vervolging van talloze activisten, politici, verslaggevers en academici die ervan worden beschuldigd de Koerdische Arbeiderspartij PKK te steunen, doet in de VS heel wat stof opwaaien.
„De Koerdische kwestie is een van de grootste obstakels voor de democratische ambities van Turkije en leidt tot heel wat enggeestige praktijken”, staat te lezen in het CFR-rapport.
Toch beklemtoont de CFR dat bepaalde angsten over de richting die de AKP uitgaat, overdreven zijn. „Vooral het afgenomen belang van het leger in het Turkse politieke leven betekent niet dat Turkije afstevent op een theocratie of meer afstand zal nemen van de NAVO.”
De auteur is redacteur bij nieuwsdienst IPS.