Laat je verrassen door ontwikkelingen in Afrika
”Een op de zeven wereldburgers gaat met honger naar bed”. ”Hongersnood dreigt in de Sahel”. ”Handel in bananen strenger gecontroleerd dan handel in wapens”. ”Vrouwenbesnijdenis: taboe doorbreken”. Zomaar wat koppen die ik vorige week tegenkwam op de websites van ontwikkelingsorganisaties.
Twintig jaar geleden zouden we dezelfde koppen tegengekomen zijn in de periodieken. Vooral negatief nieuws, vaak om mensen tot doneren te bewegen. Maar wat doet eenzijdig nieuws met onze beeldvorming over Afrika? Maakt beeldvorming blind voor de veelkleurige werkelijkheid?
Vijftig jaar geleden kwam 75 procent van de zittende regimes in Afrika aan zijn eind door coups, gewelddadige machtsstrijd en moord. In 25 procent van de gevallen kwamen er andere leiders vanwege de natuurlijke dood van de zittende leider, verloren verkiezingen of het vrijwillig neerleggen van het politieke ambt.
Op dit moment is het precies omgekeerd: 75 procent van de regimewisselingen is vreedzaam, 25 procent gewelddadig. Daarmee zit Afrika op het wereldwijde gemiddelde.
Vanaf eind jaren 80 is het aantal Afrikaanse landen met een functionerende democratie gestegen van een handvol naar bijna de helft van alle landen op het continent. Nooit eerder in de geschiedenis zijn zo veel lage-inkomenslanden in zo’n korte tijd democratisch geworden, hoe pril en gebrekkig deze democratieën misschien ook nog zijn.
Sinds een jaar of vijftien kennen zeventien landen ten zuiden van de Sahara, waaronder Uganda, Ethiopië, Burkina Faso en Tanzania, een economische groei van minimaal 2 procent per jaar. Enkele van deze zeventien landen hadden zelfs een groei van meer dan 4 procent. Ook nemen binnen deze groep opkomende economieën de verschillen tussen rijk en arm langzaam af.
In deze zeventien opkomende Afrikaanse landen daalde tussen 1998 en 2007 de kindersterfte van 130 naar 75 kinderen per 1000 kinderen, bijna een halvering, en de moedersterfte van 1100 naar 750 moeders per 100.000 moeders. Onder meer doordat in dezelfde periode het aandeel bevallingen waarbij een verloskundige aanwezig was steeg van een derde naar de helft. Deze lijst met opmerkelijke ontwikkelingen zou gemakkelijk uit te breiden zijn.
Even terug naar de beeldvorming waar ik mee begon. Alleen India is al een wereld op zichzelf. Toeristen worden niet voor niets gelokt met de slogan ”Incredible India”. Welnu, Afrika is minstens zo divers: ”Amazing Africa”, zeg maar. Hoe durven mensen dan te schrijven dat Afrika een afgeschreven continent is en dat hulp niet werkt?
Of andersom: dat alles de goede kant op gaat en dat ze beneden de Middellandse Zee ons niet meer nodig hebben? Afrika is zo divers. Er zijn landen die achteruitgaan, maar evenzeer landen die vooruitgaan.
Onderzoekers hebben naar verklaringen gezocht: Waarom gaat het met een belangrijke groep Afrikaanse landen de goede kant op? De hoofdredenen bleken: de opkomst van democratie en nieuwe leiders die verantwoording willen afleggen, het voeren van beter economisch beleid, schuldkwijtschelding door de internationale gemeenschap, de opkomst van nieuwe technologie en verbetering van het ondernemersklimaat.
Ontwikkelingssamenwerking speelde een secundaire maar belangrijke, ondersteunende rol. Botswana en Mauritius zijn daarvan de sprekendste en succesvolste voorbeelden.
Afro-optimisten, afropessimisten, idealistische blijhoofden, onverbeterlijke criticasters van hulp, we zien ze nog steeds langskomen. Versimpelingen zouden passé moeten zijn. Veel landen in Afrika staan er nu beter voor dan twintig jaar geleden.
De ontwikkelingen in Afrika geven genoeg aanleiding om ons ook eens positief te laten verrassen. En ook om opnieuw de positie van ontwikkelingssamenwerking te doordenken: Ontwikkelen wij Afrikaanse landen? Ontwikkelen deze zichzelf? En waar vervullen wij een nuttige bijrol?
De auteur is politiek adviseur bij Woord en Daad. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl