WTO nadert akkoord over medicijnen
De Wereldhandelsorganisatie (WTO) lijkt een uitweg te hebben gevonden in een langslepende kwestie over de beschikbaarheid van goedkope medicijnen voor ontwikkelingslanden.
WTO-directeur Supachai Panitchpakdi zei dinsdag dat de 146 lidstaten van zijn organisatie een akkoord „zeer dicht” zijn genaderd.
De kwestie heeft de verhoudingen tussen de Verenigde Staten en ontwikkelingslanden lange tijd vertroebeld. De Amerikanen weigerden tot dusver in te stemmen met een voorstel van eind vorig jaar, dat alle overige WTO-lidstaten, waaronder Nederland, wel steunden.
Onder druk van de farmaceutische industrie eiste de Amerikaanse regering een lijst van levensbedreigende ziekten waarvoor goedkope import van medicijnen zou zijn toegestaan. De VS wilden daarmee voorkomen dat ontwikkelingslanden op grote schaal patenten gaan schenden op bijvoorbeeld de Viagra-pil.
In Genève, het hoofdkwartier van de WTO, wordt nu gewerkt aan een compromis, dat de zorgen van de Amerikanen moet wegnemen. Het is de bedoeling dat de rijkere ontwikkelingslanden aangeven dat zij niet zonder noodzaak gebruik zullen maken van de mogelijkheid om medicijnen goedkoper te produceren of te importeren. Ook moeten de WTO-lidstaten beloven parallelle import tegen te gaan.
Een akkoord over medicijnen kan een belangrijke impuls betekenen voor de onderhandelingen die de WTO-leden momenteel voeren over vrijere wereldhandel. In deze zogenoemde Doha-ronde toonden de ontwikkelingslanden zich verbitterd over het gebrek aan bereidwilligheid in de westerse wereld om hen een betere positie in de internationale handel te geven.
In september houdt de WTO in de Mexicaanse badplaats Cancun een topconferentie om de hobbels glad te strijken. Minister Brinkhorst van Economische Zaken is dan vice-voorzitter.