Economie

Zonder transport staat Irma stil

Een truckstop pur sang. ”Frans op den Bult” in Deurningen draait voor 100 procent op het transport. „Bij ons geen toeristen”, geeft eigenares Irma Hellegers aan. „Die zijn op doorreis en een chauffeur komt hier juist even thuis. Dat combineert niet.” De 250 wegreuzen op de volle parkeerplaats bewijzen elke avond haar gelijk. En ’thuis’ betekent: ook naar de kapper.

Arie Coster
20 August 2003 11:02Gewijzigd op 14 November 2020 00:30
DEURNINGEN – ”Frans op den Bult” is een truckstop pur sang. Het wegrestaurant draait volledig op het transport. Dat de chauffeurs het werk van Irma en Wim –plus hun 35 vaste medewer kers– waarderen, blijkt wel uit het feit dat ze graag een paar kilo
DEURNINGEN – ”Frans op den Bult” is een truckstop pur sang. Het wegrestaurant draait volledig op het transport. Dat de chauffeurs het werk van Irma en Wim –plus hun 35 vaste medewer kers– waarderen, blijkt wel uit het feit dat ze graag een paar kilo

’s Morgens 10.00 uur, het is nog rustig. Een enkele verdwaalde trucker hapt wat brood weg, een vertegenwoordiger slurpt koffie. Genoeg tijd om rond te kijken in wegrestaurant ”Frans op den Bult”. Kort samengevat: ramen en trucks. Vrachtwagens buiten en trucks op de foto’s tussen de ramen. Verder een grote muurschildering van -alweer- vrachtauto’s. Aan de muur een krantenbak met, keurig gesorteerd, leesvoer van allerlei allooi. Vanaf elke stoel is wel ergens een televisie te zien.

„Voor veel truckers is dit hun tweede huis”, geeft Irma Hellegers aan. Samen met haar man Wim runt zij het wegrestaurant, dat ligt ingeklemd tussen de autosnelweg A1 en de Hengeloseweg bij het Overijsselse Deurningen. Aan die kant is ook de ingang. „De Hengeloseweg was vroeger de hoofdroute naar het oosten. Het stukje A1 dat hierachter ligt, is pas in 1991 gereedgekomen.” Irma heeft de hele aanleg zien gebeuren. „Mijn man en ik runnen deze gelegenheid vanaf ons trouwen, in 1983. Voor die tijd was het een café-restaurant annex speeltuin, van mijn schoonouders. Wim wilde echter niet in de horeca en ik wel, maar niet op die manier. Incourante tijden en altijd gezeur met kinderen om je heen.”

Wim en Irma bezonnen zich op hun toekomst. „Chauffeurs die ook toen al bij ons aanlegden vroegen uit te gaan breiden ten behoeve van hen. Dat leek wel wat. Een select publiek en zaterdagavond en zondags dicht. Dan komt er namelijk geen truck. Wij hebben de mooiste horecavariant die er bestaat.” De eerste douches waren al snel een feit. „Goede sanitaire voorzieningen staan hoog op het wensenlijstje van een chauffeur. De naam van onze zaak ging wat betreft dan ook snel van cabine naar cabine.”

Van de jongens van het eerste uur zijn er nu nog steeds die komen, weet Irma. „Zo’n 95 procent van de chauffeurs is hier vaste klant. Waarom? Ik weet het niet. Het kan de sfeer zijn, wij spreken hun taal, wij richten ons op hen. Misschien is het dat. Wij draaien helemaal op het transport. Daarom hebben wij ook weinig behoefte aan toeristen. Die komen voor een kop koffie de wc bevuilen en de kinderen rennen door het hele gebouw. Een chauffeur komt hier toch voor de gezelligheid en rust. Toeristen zijn terroristen, zeg ik wel eens gekscherend.”

De truckers kunnen ook komen voor de ruimgesorteerde winkel of voor de kapper. „De jongens kunnen hier hun haren laten kortwieken, scheelt ze zaterdags weer tijd als ze thuis zijn. Het is een service die wordt gewaardeerd. Net als de dieselpomp die wij hebben. Wij willen nog uitbreiden met een wasstraat en een servicestation voor wat grotere reparaties.” De massagesalon ging bij gebrek aan belangstelling dicht.

Dat de chauffeurs het werk van Irma en Wim -plus hun 35 vaste medewerkers- waarderen, blijkt wel uit het feit dat de heren graag een paar kilometer omrijden om naar ”Frans” te gaan. Harry Compagner (30) uit Staphorst rijdt voor de firma Redder uit zijn woonplaats en weet wel waarom hij graag even richting Deurningen gaat: „De douches zijn ruim en schoon. Het eten is hier goed en de bediening supersnel. Verder gewoon gewoon, geen kouwe kak.”

Irma weet nog wel meer verhalen. „Er kwamen hier vaak chauffeurs van een bepaald bedrijf. Zij reden echt kilometers om. Dat werd hun baas zat, het kostte immers tijd en brandstof. Zijn chauffeurs hebben hem toen uitgenodigd eens te gaan kijken. Hij is geweest en draaide om als een blad aan de boom. Bij het weggaan liet hij een envelop achter om een rondje te geven en zijn chauffeurs móéten nu langs ons restaurant, omdat hij alle faxpost en opdrachten hier laat komen.”

Maar weten al die chauffeurs ook wáár ze nu precies pleisteren? Want Irma en Wim, daar is geen woord Frans bij. „Die naam is een apart verhaal. Daarover doen verschillende versies de ronde. Het aannemelijkst is de variant die vertelt dat er rond het restaurant in de oorlog loopgraven waren. Het etablissement lag op een heuvel, een bult. Een ideale uitkijkpost dus. De radioman die hier lag opereerde onder de codenaam ”Frans op den Bult”. De oorlog ging voorbij, de naam is gebleven.”

Dit is de achtste aflevering van een serie over pleisterplaatsen in Nederland, die in de zomermaanden op woensdag wordt gepubliceerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer