Nu er steeds nadrukkelijker gesproken wordt over een vertrek van Griekenland uit de eurozone, dringt de vraag zich op wat er in het geval van een exit met het Nederlandse geld gebeurt.

Nederland ondersteunt Griekenland op twee manieren: via leningen en garanties. Toen Griekenland in 2010 nauwelijks nog geld kon lenen, schoten de eurolanden en dus ook Nederland, te hulp. Voor 110 miljard euro werden er leningen verstrekt. Nederland nam 4,7 miljard euro voor zijn rekening. Daarvan is inmiddels 3,2 miljard daadwerkelijk uitgekeerd.

Net als elders in Europa vreesde ook het Nederlandse kabinet dat de Griekse financiële problemen zouden overslaan naar andere landen. Nederland kon vrij eenvoudig tegen een lage rente op de kapitaalmarkt geld lenen en dat doorsluizen naar de Grieken.

Het eerste steunpakket bleek echter niet voldoende. De problemen groeiden de Grieken boven het hoofd. Maar met name in de noordwestelijke landen van Europa groeide de onvrede en scepsis over nieuwe financiële steun aan de Grieken.

Een oplossing werd gevonden door het oprichten van een Europees noodfonds, eerst in tijdelijke vorm, dat landen in financiële problemen kon helpen. Het grote voordeel was dat niet langer rechtstreeks geld aan een land moest worden geleend, maar dat een euroland slechts garant hoefde te staan voor leningen die het fonds verstrekt.

Voor Nederland ging het met terugwerkende kracht om 2,5 miljard euro voor het pakket van 110 miljard euro en om 12 miljard voor het pakket van 130 miljard dat vorig jaar nog nodig bleek. Ook via de Europese Centrale Bank staat ons land nog voor veel geld garant.

De gemaakte afspraken blijven in principe staan, ook als Griekenland niet verder gaat als euroland. De akkoorden zijn niet gekoppeld aan een bepaalde valuta.

Behalve de belangen van de overheid zijn er ook nog Nederlandse private partijen die met spanning de ontwikkelingen in Griekenland volgen. Zo heeft ABN Amro 1,3 miljard euro uitgeleend aan Griekse semi-overheidsbedrijven. De bank heeft al voorbereidingen getroffen en een bedrag van 880 miljoen euro voor de zekerheid gereserveerd „met het oog op een mogelijk verlies’'.

Nederlandse pensioenfondsen hebben naar eigen zeggen ,niets tot zeer weinig” belegd in Griekenland. Zij hebben hun belangen vorig jaar of soms al eerder voor het overgrote deel afgebouwd vanwege de aanhoudende crisis in Europa.

De handel tussen Nederland en Griekenland is de afgelopen jaren eveneens afgenomen. Vorig jaar bedroeg de export naar Griekenland volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ruim 2,3 miljard euro. Dat was 7 procent minder dan het jaar ervoor. Het was al het derde jaar op rij dat Nederland minder naar Griekenland exporteert.