Commentaar: Veilig adres voor klokkenluider noodzaak
Klokkenluiders moeten wettelijke bescherming krijgen. Dat staat in het wetsvoorstel ”Huis voor klokkenluiders” van Kamerlid Van Raak van de SP. De bedoeling is een onafhankelijk meldpunt in te stellen waar klokkenluiders een misstand kunnen rapporteren. Dat moet de meldingen onderzoeken en openbaar maken.
Daarnaast zal de melder moeten kunnen rekenen op juridische bijstand, beschermd worden tegen ontslag en eventueel psychische bijstand kunnen krijgen.
Vanouds waren mensen die uit de school klapten niet populair. Van kinds af aan werd iedereen bijgebracht dat het niet paste om de vuile was buiten te hangen. Wie op die manier een wit voetje probeert te halen, wordt met een scheef oog aangekeken. Kinderen die het kwaad van hun leeftijdsgenoten vertellen aan de meester of aan een andere gezagsdrager staan heel snel als klikspaan te boek.
Klokkenluiders hebben over het algemeen bij het grote publiek een betere pers. Ze worden gezien als integere mensen die uit oprechte bezorgdheid over de gang van zaken in hun bedrijf of organisatie de alarmklok luiden. Daarbij geldt in het algemeen dat het hen niet gaat om eigen populariteit of belang. De openbaarmaking van de misstanden kan hen zelfs schaden.
In de achterliggende jaren hebben verschillende klokkenluiders ervaren dat hun acties hun niet in dank worden afgenomen. Veelal verliest hij zijn baan bij de betreffende organisatie, zaak of instelling. Ad Bos, die de misstanden in de bouwsector aan de kaak stelde, kon in die wereld geen baan meer vinden. Paul van Buitenen, die de alarmklok luidde over de toestand in Europa, werd op het kantoor waar hij werkte niet meer geduld. Tegen Christoph Meili, die het misbruik van de Joodse tegoeden bij Zwitserse banken aan de orde stelde, werd zelfs een arrestatiebevel uitgevaardigd.
Dat klokkenluiders zich niet populair maken, is dus duidelijk. Daar komt bij dat zij in het algemeen ook niet worden aangespoord om de alarmklok te luiden. Zowel bij de overheid als bij het bedrijfsleven geldt de regel dat klokkenluiders de gesignaleerde misstanden niet openbaar mogen maken; ze moeten bij de leiding worden gemeld. Op zichzelf is dat ook het eerste adres, maar het is een hele stap om naar je baas te gaan. Het mag ook niet het enige adres zijn. Want wat als de leiding zelf faalt en niet bereid is daar verbetering in aan te brengen? Dan is een onafhankelijk meldpunt zeker geen overbodige luxe.
Verschillende landen, zoals Groot-Brittannië en de VS, kennen inmiddels wettelijke bescherming van de klokkenluider. Sinds 2003 is een dergelijke regel ook opgenomen in ons Burgerlijk Wetboek. Maar feitelijk werken die regels niet. Critici spreken daarom van een schijnbescherming. Klokkenluiders blijken in de praktijk bijna altijd zelf de rekening te betalen van het lawaai dat ze maakten.
Het wetsvoorstel dat Van Raak nu heeft ingediend verdient daarom zeker steun. Wanneer er binnen bedrijven of instellingen structureel sprake is van misstanden, moet er voor medewerkers een veilig adres zijn waar ze hun bevindingen en zorgen kunnen melden en waar hun klacht ook serieus genomen wordt.