Dr. Paul: Meer samenwerking kerk en zorg
DRIEBERGEN – In de westerse cultuur is een „boedelscheiding” ontstaan tussen ziekte en gezondheid enerzijds en de kerk anderzijds. Om dit ongedaan te maken, is het nodig dat gezondheidszorg en kerk samenwerken.
Dit zei dr. M. J. Paul zaterdag tijdens de voorjaarsconferentie van de Christian Medical Fellowship (CMF) in Driebergen. Het thema was ”Bidden voor zieken”. De conferentie voor artsen en studenten geneeskunde in kerkgebouw ’t Hoge Licht trok zo’n zeventig belangstellenden.
Dr. M. J. Paul –predikant, ziekenhuispastor en docent Oude Testament aan de Christelijke Hogeschool Ede– hield een lezing over ”Ziekte en genezing in christelijk perspectief”. Hij vertelde hoe hij als predikant tegen verschillende problemen aanliep in verband met het denken over ziekte en genezing onder christenen. Zo vroegen zieken hem vaak: Wilt u bidden dat God de middelen zegent? „Daar zit vaak een goede intentie achter. Maar ik dacht ook wel eens: Mag het ook zonder middelen?”
Ook viel het hem op hoe gemeenteleden hun heil zochten bij alternatieve genezers. „De gedachte was: de kerk is er niet voor ziekte en gezondheid, maar voor de ziel en pastorale begeleiding. Met als gevolg dat mensen gemakkelijk hun heil zoeken bij alternatieve genezers als de reguliere gezondheidszorg hen niet helpen kan.”
Dr. Paul stelde dat in de westerse cultuur een „boedelscheiding” is ontstaan tussen ziekte en gezondheid enerzijds en de kerk anderzijds. Om dit ongedaan te maken, is het volgens hem nodig dat gezondheidszorg en kerk samenwerken. Als voorbeeld van zo’n samenwerking noemde hij een team „voor bevrijding en innerlijke genezing” in Ermelo. „Dit team bestaat uit leden van kerken in en rondom Ermelo. Op de achtergrond zijn christenpsychologen en -psychiaters beschikbaar.”
Verder benadrukte de spreker dat er vanuit christelijk perspectief aandacht moet zijn voor de gehele mens, in al zijn facetten. Genezing mag volgens dr. Paul ook „nooit een doel in zichzelf worden, want ook daarin kunnen we beïnvloed zijn door onze cultuur.” Verder stelde hij dat veel christenen „te westers” denken over genezing op het gebed. „Daarom is nieuwe doordenking van het christelijk mens- en wereldbeeld gewenst. Ook ontmoeting met andere culturen kan corrigerend werken.”
Dr. Paul wees twee „extreme posities” af. Als eerste de gedachte dat alle ziekten van satan komen. Dit wordt vaak gemotiveerd met een beroep op het Bijbelboek Job. Als andere extreme positie noemde hij de gedachte dat God het is Die een ziekte geeft. Dr. Paul stelde dat deze gedachte vaak wordt gemotiveerd met een beroep op zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus. „Deze gedachte heeft echter meer met de Griekse filosoof Aristoteles te maken dan met zondag 10, die in het kader staat van troost.”
Zijn eigen standpunt over het verband tussen gebed en genezing verwoordde dr. Paul: „Veel verwachten van God, maar het geheel aan Hem overlaten welke uitwerking Hij geeft. Dan kun je ook de dood daarin een plaats geven.”
De predikant wees erop dat ziekte ook verband kan houden met bepaalde zonden. „Daar moet je voorzichtig mee zijn. Wel vraag ik soms: Denk je dat er een reactie van God kan zijn op een zonde? Het leidt soms tot een openhartig gesprek.”
Na de lezing van dr. Paul maakte CMF-voorzitter dr. P. Lieverse de uitkomsten van een onderzoek onder leden van de vereniging bekend. De meeste leden gaven aan wel eens persoonlijk voor hun patiënten te bidden. Een klein percentage zei nooit voor patiënten te bidden, vanuit de gedachte dat je werk en privé moet scheiden.
Voorafgaand aan de lezing van dr. Paul hield dr. A. A. Teeuw, specialist ouderengeneeskunde en theoloog, een Bijbellezing over Markus 9:38-42. In ditBijbelgedeelte verbieden de discipelen een man duivelen uit te werpen in de Naam van Jezus omdat hij Jezus niet volgt. De reactie van Jezus hierop is: „Wie niet tegen ons is, is voor ons.” Een les die de spreker hieruit trok, is dat het mogelijk is over bepaalde thema’s verschillend te denken. „Jezus brengt het weer terug tot de kern: wie is voor of tegen Mij?”
Dr. Teeuw ging in op de vraag of er verband is tussen demonen en ziekten. Hij zei dat de duivel toestemming kreeg om Job ziek te maken. „Maar als God aan Job verschijnt in het onweer, wordt niet gezegd: We hebben een vergadering gehad in de hemel, de duivel was er ook bij. De Bijbelse lijnen zijn niet zo eenvoudig te trekken.”
Na de lezingen hield de CMF de jaarvergadering. ’s Middags waren er workshops over de onderwerpen ”Bidden met patiënten in de medische praktijk”, ”Wonderlijke genezing”, ”Persoonlijk geloof en medische praktijk integreren” en ”Confrontatie met lijden”.